e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rond wittebrood brood: Syst. Frings  bruət (Hasselt), broodje: breuidje (Neeritter), bruinbrood: broenbroed (Gronsveld), dikke koek: Syst. WBD  dieke kook (Maasniel), grijs brood: Syst. Frings Men kent alleen wit brood in de vorm van een gewoon rond brood. Verder is er nog ~  grēͅs˂ bruu̯ət (Heppen), koek: kuk (Lommel), Syst. Grootaers  kuk (Lommel), mastel: mestel (Hout-Blerick), menageweg: menagewèk (Ulestraten), menasjewèk (Ulestraten), mik: mek (Beverst, ... ), mi.k (Borgloon), miek (Oost-Maarland, ... ), mik (Bocholt, ... ), mIk (Houthalen), mik (Ketsingen, ... ), mīēk (Oost-Maarland), (v.).  mek (Helchteren), Syst. Frings  mek (Beverlo, ... ), me̞k (Gingelom), meͅk (Beringen), mik (Hasselt, ... ), Syst. Frings (?)  meͅk (Kinrooi), Syst. Frings M.  mek (Peer), Syst. Frings vrl.  mek (Bree, ... ), Syst. IPA  mek (Kwaadmechelen), Syst. WBD  mik (Baexem, ... ), Syst. Wbk. van Bree  mik (Bree), mikje: mekskə (Bilzen), pannenbrood: panne bru:t (Bevingen), pannebroed (Sint-Truiden, ... ), pannebru:d (Sint-Truiden), pannenmikje: pannenmikske (Kwaadmechelen), plat brood: Syst. Frings  plát˂ bruu̯ət (Melveren), plats: plas (Middelaar), plats (Arcen, ... ), platse (Herten (bij Roermond)), (= Roermonds).  plats (Sittard), als gewoon brood hier niet gebruikelijk  plats (Tegelen), aus den rhein. Mundarten übernommen, eigentl. platter Kuchen, aus platt, flach  plats (Eupen), Eigen syst.  plats (Heerlen), Nieuwe [spelling]  plats (Reuver), Plats een gebak voor begrafenissen gemaakt van vette boter, gistdeeg met veel klontjes suiker; op ronde plaat gebakken  plats (Mechelen), schj=ch van chocolade  plats (Heerlerheide), Syst. Eykman  pláts (America), Syst. Veldeke  plats (Tegelen, ... ), Syst. WBD  plaas (Wanssum), plats (Baarlo, ... ), plās (Broekhuizen), Syst. WBD Altijd rozijnebrood - Nieuwjaar - 50-60 cm doorsnede en groter  plats (Panningen), Syst. WBD In L 270 niet gebruikelijk. Met verjaardagen en naamfeesten werden tot voor enkele jaren Moeder en Vader steevast "besjtaoke"met een "plats". Dit was een rond wittebrood van pl. m. 35 cm doorsnede, ter hoogte van 10 à 12 cm, rijkelijk gevuld met krenten en rozijnen en met eieren gebakken. Midden op deze plats werd steeds een rode roos gestoken, of, naar gelang de tijd van het jaar ook wel met een andere bloem versierd. Dit gebruik was vrijwel algemeen in de omstreken van Roermond; hier in Tegelen kende slechts enkele families deze traditie; is hier helaas aan het verdwijnen.  plats (Tegelen), Syst. WBD rond  plāst (Oirlo), platte mik: Syst. Frings  platə mek (Achel), Syst. Veldeke  platte mik (Roermond), platte weg: Syst. WBD  platte wèk (Urmond), rond brood: rond bru:t (Bevingen), rondjbrood (Sittard), roond broed (Heugem), round broed (Oost-Maarland), rônd broed (Maastricht), Syst. Frings  ronjt˂ bruət (Kessenich), rond wit: e rond wit (Bilzen), roond wit (Maastricht), roone wek (Brunssum), Syst. Veldeke  rôndj wit (Kinrooi), rond wit brood: roͅnt wit brut (Stokrooie), rond witbrood: e rond wit braud (Bilzen), Syst. Frings  roͅnt wet˂brōͅu̯t (Opheers), ronde mik: ron mik (Cadier), rondj mik (Tungelroy), ronj mikke (Tungelroy), ronne wik (Margraten), ’n ron miek (Eijsden), Syst. Frings  rōn mek (Bocholt), roͅnmek (Neerpelt), Syst. WBD  roonj mik (Tungelroy), ronde weg: rjoene wék (Schinveld), ronde wek (Koningsbosch, ... ), ronge weck (Nieuwenhagen), ronge wek (Bleijerheide, ... ), ronje weck (Kerkrade), ronje wek (Grathem), ronje wick (Hoensbroek), ronje wik (Brunssum), ronne wek (Beek), ronne wik (Brunssum, ... ), ronnewek (Nuth/Aalbeek), ronnu wek (Eys), roênje wêk (Stein), rōnje wĕk (Geleen), ro͂nje wèk (Puth), rònge wek (Waubach), rònjewèk (Sittard), rónje wik (Guttecoven), rónje wék (Munstergeleen), #NAME?  rònje wêk (Susteren), (m.). mv.: {r#n w@g\\}.  roͅnə weͅk (Lanklaar), De -e- is een korte -ei-, dus niet als de -e- in A.B. weg.  rŏĕnje wek (Oirsbeek), Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  ronje wè:k (Berg-aan-de-Maas), Syst. Frings  ronjə weͅk (Kessenich), Syst. Veldeke  ronge wek (Bocholtz), Syst. WBD  ronge wèk (Buchten), ronje wek (Holtum), rònje wék (Geleen), rónge wék (Kerkrade), rônje wèk (Limbricht), rônne wèk (Neerbeek), steenmik: Syst. Frings  stiənmek (Hamont), stenen mik: Syst. Frings  stīnə mek (Sint-Truiden), stuit: sjtoe‧t (Baarlo), stuut (Ottersum, ... ), Syst. WBD  sjtoet (Herten (bij Roermond)), stuut (Ottersum), Syst. WBD langwerpig  stŭŭt (Oirlo), stuits: sjtoets (Swalmen), Syst. WBD Een sjtoets bakte men zelf, in een kleine ketel op het fornuis. Een plats daarentegen was voor feestelijke gelegenheden. Men deed er rozijnen en sucade in, en het aldus bereide deeg werd naar de bakker gebracht.  sjtoe:ts (Maasniel), tarwebrood: terfebrauwt (Susteren), tèrreve brōēd (Wittem/Partei), Eigen phonetische  tervebroid (Valkenburg), vloerbrood: vl[u:}rbr[u.}w[ə}t (Neerpelt), vloermik: vloermik (Blerick), Syst. Frings  vlū(ə)rmek (Hamont), vloerweg: floorwĕĕk (Panningen), waterweg: wasser weck (Kaalheide/Onderspekholz), weg: wek (Eygelshoven, ... ), wēk (Maaseik), wèk (Jabeek, ... ), wêk (Gulpen, ... ), #NAME?  wek (Heerlen), franse -e- in le  wek (Mechelen-aan-de-Maas), ml  wɛ̝k (Rekem), Syst. WBD  wèk (Neerbeek), wegge: wēͅkə (Rotem), ouder.  weͅgə (Opglabbeek), weggetje: weͅkskə (Maaseik), Syst. Frings  weͅkskə (Maaseik), wit: wit (Koersel), wit brood: wit broeed (Noorbeek), wit broet (Sint-Truiden), wit brood (Mal), wit bru:wt (Melveren), Syst. Frings  wet˂ brūət (Beverlo), weͅt˂ bru̯oͅt (Mechelen-aan-de-Maas), Syst. Frings Men kent alleen ~ in de vorm van een gewoon rond brood. Verder is er nog grijs brood en zwart brood  wet bruət (Heppen), Syst. IPA  wit˂bruu̯ət (Paal), witbrood: wet broͅu̯t (Borgloon), wit broed (Berbroek), witbrood (Mechelen), witte mik: witte mik (Neeroeteren), zwart brood: Syst. Frings Men kent alleen wit brood in de vorm van een gewoon rond brood. Verder is er nog ~  zweͅt˂ bruu̯ət (Heppen) melkbrood met boter en suiker gebakken || plat, rond wittebrood [N 16 (1962)] || Plat, rond wittebrood (plats?) [N 16 (1962)] || rond brood, gebakken van bloem [N 29 (1967)] III-2-3