25148 |
houwvrouw |
rukwind:
haovrao (P047p Loksbergen),
#NAME?
⁄n hòwvròw (L417p As),
stormx:
windstoot, stofopjagend, die onweer voorafgaat in t ned. de holle vrouwe (goden der vruchtbaarheid??).
(de) hawvraw (Q171p Vlijtingen),
wervelwind:
hawvraw (Q005p Zutendaal),
hēͅivroͅw (Q175p Riemst),
houvrou (P188p Hoepertingen, ...
P188p Hoepertingen,
Q162p Tongeren),
houvrouw (P176p Sint-Truiden),
hovro (Q003p Genk, ...
P048p Halen,
L414p Houthalen),
howvrow (Q093p Rosmeer),
hōlvroͅ (P046p Linkhout),
hōvro (Q001p Zonhoven),
hōvrō (Q083p Bilzen, ...
L414p Houthalen,
K357p Paal,
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
hōͅuvrōͅu (Q094p Hees),
hōͅəvrōͅə (P048p Halen),
hoͅulvroͅu (P117p Nieuwerkerken),
hoͅuvroͅu (Q164p Heks, ...
P058p Stevoort),
hoͅuvroͅuw (L368b Waterloos),
hoͅuwvroͅu (Q162p Tongeren),
hoͅu̯vroͅu̯ (P176p Sint-Truiden),
hoͅwvroͅw (Q074p Kortessem, ...
P196p Veulen),
ho⁄:vroÚ: (L413p Helchteren),
huvrōuw (P057p Kuringen),
huvro̝uw (Q071p Diepenbeek),
hóvró (K357p Paal),
høvrø̄ (Q002p Hasselt),
høwvrøw (P055p Kermt),
høywvrøyw (P054p Spalbeek),
høͅiwmøͅiw (L360p Bree),
ən hōvrō (K358p Beringen),
ən hoͅuwvroͅu(w) (Q076p Romershoven),
ən hoͅuwvroͅuw (Q156p Borgloon),
(v.)
(h)uvrø (Q002p Hasselt),
een hoveroo.
nən hóvərō (K358p Beringen),
eerste syllabe= stoottoon
hōvro (K361p Zolder),
hauwvrauw
hauvrau (Q080p Vliermaal),
het eerste gedeelte staat misschien in verband met slaan; het tweede =vrouw, dus iets als slaande vrouw; of dit iets te maken heeft met heksen kon niet achterhaald worden
heuwvrew (Q086p Eigenbilzen),
hoevrouw
⁄huvroͅw (Q071p Diepenbeek),
hoolvrouw
hōlvrō (P051p Lummen),
hōlvröw (P049p Donk (bij Herk-de-Stad)),
hoovroo
hōvrō (Q077p Hoeselt),
houwvrouw (vr.)
hoͅuwvroͅuw (P050p Herk-de-Stad),
mv.: -ë; (zelden gebruikt) ps. vragen ò of puntje boven de o?
hòuvròu (Q162p Tongeren),
op de a een bolletje
āvroͅi (Q175p Riemst),
ouder
də hoͅuvroͅu (Q162p Tongeren),
van vrouw Holle; algemeen bekend in Zuid-Limburg
houwvrouw (P197p Heers),
wijst op een bepaalde boze geest
huvroͅuw (Q071p Diepenbeek),
windhoos:
də houvrou (Q078p Wellen),
hoovroo (Q001p Zonhoven),
houvrou (Q176a Ketsingen),
howvrow (Q180p Mal),
ən hoͅuvroͅuw (Q079a Wintershoven),
(m.)
hûvrø (Q002p Hasselt),
holle vrouw (vr.)
hoͅulvroͅuw (P218p Borlo),
hoovroo
hōvrō (Q077p Hoeselt),
houwvrouw, d.i. windhoos die in de zomer het hooi doet opwelveren. (ook in de betekenis van: kwaad wijf). ps. JK vragen (toegevoegd, blz. 190 hoort dit er niet bij?
héuvreu (Q002p Hasselt),
hovro
hòvro (Q004p Gelieren/Bret),
Vb. kik n hauwvrauw (kijk n wervelwind, n minitornado).
hauwvrauw (Q074p Kortessem)
III-4-4
|
|