e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
huik [falie]: Van Dale: I. huik, 1. lange kapmantel zonder mouwen, voorheen zowel door mannen als door vrouwen gedragen.  huik (Blitterswijck), boekweithok:   hū.k (Achel, ... ), hű.k (As, ... ), hǫű.k (Linde, ... ), hǭk (Helchteren), hǭu.k (Hechtel), boekweitschoof:   huk (Sint Huibrechts Lille), hū.k (As, ... ), hű.k (Beek, ... ), hǫű.k (Linde, ... ), hǭ.k (Helchteren), hǭuk (Hechtel, ... ), garve, gebonden schoof:   huik (Neerglabbeek), haverhok:   hū.k (Bocholt, ... ), hű.k (As, ... ), hoop, tussen heukeling en opper:   hūk (Kinrooi), kapmantel: Van Dale: I. huik, 1. lange kapmantel zonder mouwen, voorheen zowel door mannen als door vrouwen gedragen.  hōēk (Klimmen, ... ), zie i.v. foek.  hoek (Valkenburg), klaverschoof:   huǝk (Bocholt), hű̄k (Opglabbeek), luier:   huik (Belfeld, ... ), informant: uitgestorven; cf. De Vries s.v. "huik"(mantel?)  huik (Boeket/Heisterstraat), omslagluier: was vroeger de buitenste; cf. WNT s.v. "huik"(lange mantel zonder mouwen?)  huuk (Merselo), opper:   huik (Weert) I-3, I-4, I-5, III-1-3, III-2-2