e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
marmiet darmenbak:   mørmet (Wellen), doofpot:   marmet (Zepperen), marmit (Schulen), drinkbak voor de koeien:   marmit (Diepenbeek), eetketel:   marmet (Lanaken, ... ), koperen marmietje  marmiet (Nederweert), etensketeltje:   marmēt (Neerharen), marmeͅt (Gelieren/Bret), marmit (Rothem), mərmīət (Lanklaar), 2- of 3 delig draagbaar eetketeltje - 2 of 3 blikken pannetjes boven elkaar met hengsel  marmiet (Heerlen), ander woord niet bekend  marmet (Waterloos), cylindervormig ijzeren, thans geëmailleerd keteltje, waarin het middageten aan werklui gebracht werd  marmit (Heerlen), drie potjes op elkaar  marmiet (Spekholzerheide), dubbele pot met hengsel om het eten mee te nemen; ook enkel, met hengsel  marmit (Hoensbroek), gewoonlijk van verglaasd ijzer om eten te dragen  marmiet (Heerlen), klein koperen marmitje om eten naar het land te brengen  mərmet (Wellen), om middageten naar het veld te brengen  marmiet (Mechelen), soort ketel om eten in mee te nemen naar het werk vroeger vaak emaille  merremet (Wijk), uitspraak zoals geschreven dit woord gebruiken we niet voor een waterketel, maar om etenaan een arbeider te brengen: bestaat uit 2 delen een voor de soepen een voor de aardappelen groente en vlees gedragen aan een hengsel  marmiet (Brunssum), voorheen om warm eten naar het veld te brengen  marmiet (Heerlerheide), vr.  mər⁄mēͅt (Boekt/Heikant), zie 7  mermiet (Heerlen), zie verder vraag 7  mərmeͅt (Diepenbeek), kook: koperen ketel voor op het vuur met hengel  marmit (Meijel), kookpot:   bermiet (Sittard), marmit (Bleijerheide, ... ), mármit (Tongeren), mərmet (Genk, ... ), mərmēi̯t (Rotem), (echter niet voor waterketel, maar voor kookketel).  bermiet (Panningen), marmiet (Panningen), kookketel  mermit (Gronsveld), niet in betekenis van koperen waterketel zie 17  mamiet (Heerlen), niet voor waterketel  marmiet (Schimmert), spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  mar\"mit (Beverlo), stalen ketel om iets te koken  mermiet (Klimmen), vleesketel  marmit (Maastricht, ... ), voor grote ijzeren of aluminium kookketel  mərmit (Hoepertingen), voor open koperen pan  marmiet (Oost-Maarland), vr.  marmet (Sint-Truiden), marmiet, koperen ketel:   marmi.t (Altweert, ... ), marmit (Valkenburg), marmite (Maastricht), mermit (Gronsveld), mermét (Zonhoven), mërmït (Tongeren), de hèl woord veurgestèld door ¯ne ketel of wie Georges ze neumde, de marremiet De bojem van d¯n Eker laog vol marmitte  marremiet (Maastricht), grote koperen ketel met deksel en hengel waar men vroeger soep in kookte  marmit (Heythuysen), hoge ketel met vlakke bodem en hengsel  manmet (Ulestraten), in het bijz. koperen ketel  mármét (Zonhoven), kopere ketel met hengsel op 3 kleine pootjes om bijvoorbeeld lijnzaad in te bewaren  marmiet (Schimmert), koperen ketel  marmit (Grathem, ... ), koperen ketel met deksel en hengsel  marmit (Amstenrade), spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  maremit (Beverlo), metalen broeibak:   mǝrmit (Diepenbeek, ... ), pan of ketel met het hete gietwater:   mǝrmit (Riksingen), soepketel, waterketel:   bermiet (Buchten, ... ), fermied (Ospel), marmet (Beringen, ... ), marmeͅt (Paal), marmiet (Baarlo, ... ), marmit (Eupen, ... ), marmīt (Overpelt), marmət (Kermt), marmɛt (Lummen), marəmet (Beverlo), marəmɛt (Beringen), mermiet (Guttecoven, ... ), merəmit (Tongeren), meͅrmit (Zussen), murmiet (Tungelroy), mərmet (Spalbeek), mərmit (Tongeren, ... ), mərmīt (Gelinden, ... ), mər⁄mit (Peer), mɛrəmet (Sint-Truiden), (koperen ketel)  marmiēēt (Weert), (koperen pot met hengsel en deksel)  mermiet (Weert), (langgerekte ie)  mermiet (Ell), 1) ketel om water te koken 2) soms ook gebruikt om eten voor de varkens gaar te koken  marmeͅt (Gelieren/Bret), alleen voor koffie te branden  mermiet (Limbricht), dat is een koperen kookpot.  marmiet (Middelaar), dit is een koperen ketel, maar geen waterketel  marmiet (Nunhem), een geelkopere ketel van boven met eenroodkopere bodem van onder wijder als van boven, met hengsel  marmiet (Grathem), een koperen van binnen vertinde ketel om soep (of andere spijzen ) in te koken, met koperen deksel. vroeger gebeurde zulks  marmiet (Oirsbeek), gewone, grote waterketel  marmit (Zichen-Zussen-Bolder), grote ketel om bijvoorbeeld linnen te koken  maormit (Opglabbeek), grote koperen ketel (van binnen vertind). Word bij feestelijke gelegenheden (o.a. kermis) voor soep te koken gebruikt.  marmīēt (Heythuysen), grote koperen ketel, meestal met hengsel  marmit (Ketsingen), grote kuip waarin men aardappelen enz. in kookt (diereneten)  marmet (Halen), grote waterketel (scheldwoord voor slonzige vrouw)  marmit (Kwaadmechelen), mərmet (Kwaadmechelen), groter soort ketel voor water, soep, enz.  marme⁄t (Maaseik), grotere koperen waterketel  marmiet (Roermond), Hiermee werd of wordt nog bedoeld \'n grote koperen ketel die meestal werd gebruikt voor \'t koken van soep. (Ik kan mij nog herinneren dat wij thuis met kermis (± 1930) bij de buren altijd de marmiet gingen lenen, omdat onze ketels te klein waren).  marmiet (Tungelroy), hoge ketel met hengsel, waarin vooral bouillon en soep werd gekookt, van binnen vertind.  marmiet (Neeritter), in de betekenis van vraag 17  mermitə (Geulle), is hoeëg smaal sopkittel  marmit (Eksel), ketel met hengsel  mermīēt (Obbicht), ketel met sluitend deksel, ook voor voedsel naar het veld te brengen (voor boeren) zie vraag 16  marmit (Valkenburg), ketel zonder tuit, met hengsel, niet noodzakelijk koper  mərmet (Boekt/Heikant), kleiner dan moir met hengsel en deksel zonder tuit  marmít (Ulestraten), kopere ketel waar de was werd gekookt  marmit (Bree), koperen ketel , nogal groot om water of soep te koken  màrmĭĕt (Echt/Gebroek), koperen ketel met hengsel  marmiet (Amstenrade), koperen ketel met hengsel of 2 oren; water, soep enz.  marmēi̯t (Maaseik), koperen ketel voor soep mèt deksel  marmit (Hunsel), koperen waterketel alhoewel ook andere betekenis zie vr. 16  marmēt (Neerharen), mermiet (e = toonloos) ie met sleeptoon ook gebruikt voor ijzeren keteltje  mermiet (Horn), mv. marmets om de was in te doen om konfituur te maken  marmet (Borgloon), nadruk op tweede lettergreep  møͅrmeͅt (Hoeselt), om soep of lijnwaad uit te koken  marmet (Hasselt), om soep te koken om {b[le]} te maken als het varken geslacht was  mɛrmit (Lommel), om zuiver water in te warmen  mɛrmit (Rosmeer), ronde ketel met hengsel  mérmiet (Urmond), sopketel: blech und kupfer  marmit (Eupen), streepje naar rechts op de swa  mərmit (Tongeren), v mv. m@rets wordt meestal gebruikt om was in af te koken, ook wordt het gebruikt voor soepmermiet, varkensketel (om drank te koken)  meͅrmet (Halen), v.  marmet (Opglabbeek), marəmet (Sint-Truiden), mərmit (Opheers), v. om soep te koken  møͅrmit (Hoeselt), v. om was te koken  mərmet (Hasselt), voor het koken van voer voor kippen etc.  mermiet (Maasbracht), voor soep te koken  marmət (Bree), voor soep voor in te wekken voor de was in te koken  marmet (Waterloos), vr.  mərmit (Mechelen-aan-de-Maas), vr. gewoonlijk grote, ook wel kleinere ketel (uit zink of aluminium wordt ook gebruikt voor de volgende huiselijke aktiviteiten: de grote: 1) voor het steriliseren 2) voor het koken van een grote hoeveelheid water (~40 liter) dat men bijvoorbeeld nodig had voor de was 3) voor het koken van een grote hoeveelheid aardappelen (bijv. voor de varkens) de kleine typisch de soepketel is de s#pm\\rmet Om de mermit van andere recipienten te onderscheiden is het feit dat ze haast nooit van metaal of gietijzer is van het grootste belang  mərmeͅt (Diepenbeek), vr. grote ketel om wasgoed in te koken  mərmet (Borgloon), vr. meestal gebruikt voor het wassen van kledingstukken  marmet (Bocholt), vr. mv. ~\\ om vuil linnen te koken, om groenten in glazen potten te steriliseren en ook om varkenseten (aardappelen) te koken  marmet (Wellen), vroeger voor koperen keteltje.  marmiet (Meijel), vroeger wel eens gehoord, maar of \'t hier inheems was weet ik niet (zie vraag 1  marmiet (Tegelen), waar men siroop confiture, gelei in gereed maakt  mermit (Teuven), wel \'ns gehoord  marmiet (Oirlo), zie toelichting wordbestand  mərmīət (Lanklaar), soepketeltje:   marmet (Beringen), marmēt (Neerharen), marmeͅt (Gelieren/Bret, ... ), marmiet (Heerlen, ... ), marmit (Lommel, ... ), marmít (Ulestraten), marəmet (Beverlo), mermiet (Eijsden, ... ), merremet (Wijk), mərmēi̯t (Rotem), ander woord niet bekend  marmet (Waterloos), daartoe gebruikt men een keteltje  marmit (Zichen-Zussen-Bolder), marmet keteltje met hengsel en sluitend dekseltje  marmit (Stokkem), niet van blik maar geemailleerd  marmiet (Brunssum), St. P.  merremit (Sint Pieter), voor koffie of thee  marmiet (Heerlen), vr.  mərmit (Mechelen-aan-de-Maas), soeplepel:   marmit (Eupen), spruitpot:   marmit (Opheers), mē̜męt (Gelieren Bret), męrmit (Wintershoven), varkensketel:   marmet (Godschei, ... ), mǝrmet (Sint-Truiden), wasketel:   marmet (Sint-Truiden), marmit (Hasselt), mërmit (Hoeselt), mɛrəmet (Sint-Truiden), een wasketel  mermet (Lanklaar), Fr. marmite  mërmït (Tongeren), voor de was  mərmeͅt (Hasselt), waterketel, moor:   marmet (Ulbeek), marmiet (Echt/Gebroek), marmit (Blitterswijck, ... ), meͅrmeͅt (Kuringen), meͅrəmit (Sint-Truiden), mármiet (Castenray, ... ), mərmit (Bilzen), klemtoon op de 2e lettergreep  mermiet (Herten (bij Roermond)), kopere waterketel casserol = ijzeren waterketel  mermit (Gronsveld) I-11, I-6, II-1, II-8, III-2-1