20714 |
spie |
dikke boterham:
Syst. Frings vrl.
spie (L366p Gruitrode),
dikke snee brood:
spie (K318p Beverlo),
entre-deux:
spi-j (L282p Achel),
geld:
Opm. sjpie hebben (geld hebben).
sjpie (L290a Egchel),
ps. is niet duidelijk of invuller "spie - hanske(s)"als één of twee aparte antwoorden bedoelt
spie (L381p Echt/Gebroek),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
sjpĭĕ (Q111p Klimmen),
ps. omgespeld volgens Frings.
spi (L369p Kinrooi),
spij (K278p Lommel),
Van Dale: II. spie, 5. (Barg., volkst.) cent; -(coll.) geld, duiten.
spie (L289p Weert),
haarspit:
spęi̯ (Q071p Diepenbeek, ...
L424p Meeswijk,
Q001p Zonhoven),
spī (Q072p Beverst, ...
Q082p Munsterbilzen),
hoek van een stuk land:
spęi̯ (P051p Lummen),
homp brood:
spi (L364p Meeuwen),
spi-j (L366p Gruitrode),
gesneden
spi-j (L417p As),
indien gesneden
spi-j (L416p Opglabbeek),
laarzespie:
spi (Q083p Bilzen),
muntgeld:
Van Dale: II. spie, 5. (Barg., volkst.) cent; -(coll.) geld, duiten.
sjpie (Q020p Sittard),
okselstuk:
spi (Q009p Maasmechelen),
ploegkam:
spi (L312p Neerpelt),
sluitriem:
spi (P176p Sint-Truiden),
sluitwig:
spi (Q083p Bilzen, ...
Q015p Stein,
L271p Venlo),
špi (L330p Herten),
spie - voor het hoofd:
spi (P047p Loksbergen),
stuk:
spi (L286p Hamont),
tandwielpal:
špi (Q112z Ten Esschen),
toogpin:
spi (L377p Maasbracht, ...
L271p Venlo),
veer:
spi (Q018p Geulle),
wetstok:
spī (P047p Loksbergen),
wig:
spī (Q083p Bilzen),
wigvormig sluithout:
spei̯ (Q009p Maasmechelen, ...
Q080p Vliermaal),
spi (L164p Gennep, ...
P048p Halen,
L163p Ottersum,
Q014p Urmond,
P044p Zelem),
spī (L282p Achel, ...
Q072p Beverst,
L289b Leuken,
Q077b Nederstraat,
L321p Neeritter,
L312p Neerpelt,
L416p Opglabbeek,
L374p Thorn),
spīi̯ (L318b Tungelroy),
spɛi̯ (K358p Beringen, ...
P174p Velm)
I-1, I-10, I-3, I-6, I-8, II-10, II-11, II-12, II-7, II-9, III-2-3, III-3-1
|
|