id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
32837 | tenen | akkersleep, weidesleep: tēnǝ (Herten), dekwissen: tēnǝ (Tungelroy), nagels verwijderen: tęjnǝ (Bilzen), nijdnagel: Ik bedoel hier mee lichte inscheuringen naast nagels aan de vingers vooral in de winter. Zeer pijnlijk vooral bij t melken. téenen (Echt/Gebroek), vlechttwijgen: tēnǝ (Schimmert), wilgensoorten: - tein (Lottum), teinen (Arcen), tijn (Blerick), waterwilg tijn (Sevenum) I-2, II-1, II-9, III-1-2, III-4-3 |