e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
openspreiden mest verspreiden:   ǭǝpǝspręi̯ǝ (Melderslo) I-1
openspringen ruw worden:   m`n an spraingen oopə (Eisden), mien han sprengen oeëpen (Neeroeteren), openspreinge (Sint-Truiden), openspringen (Zichen-Zussen-Bolder), springen open (Opitter), øpə spreŋə (Neerglabbeek) III-1-2
openstaande wonde gapende wonde:   openstaande wonde (Montenaken) III-1-2
openstikken overstikken:   openstikken (Genk) II-7
openstrijken openpersen:   ōpǝnstrīkǝ (Lanaken) II-7
openstrijken met zeep inzepen:   uǝpǝstręjkǝ męt zēp (Bilzen) II-7
opentrekken eggen vóór het zaaien:   ø̄.pǝtrękǝ (Kozen), ōpǝtrękǝ (Bemelen), opklaren:   de locht trékt open (Eksel), də loͅxt trekt øpə (Spalbeek), opentrekken.  opətreͅkə (Beverlo), opetrekke  opətreͅkə (Peer), t trekt open  ət trekt opən (Neerpelt), optrekken, opdraaien:   ȳǝ.pǝtrękǝ (Neeroeteren), ōpǝtrękǝ (Mal, ... ), ǭpǝtrękǝ (Hoepertingen) I-2, II-3, III-4-4
openzetten lichten:   ǭǝpǝze̜tǝ (Broekom), optrekken, opdraaien:   ōpǝzętǝ (Kanne), őwpǝzętǝ (Ordingen) II-3
operatiemes lancet:   operasiemets (Maastricht), operatiemes (Meijel) III-1-2
operatiemesje lancet:   òppërôosëmeskë (Tongeren) III-1-2