e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
plantscheut stek:   plãntsxø̄t (Tessenderlo) II-12
plantschup wiedschopje:   plantsxøp (Achel) I-5
plantsel pootgoed, pootaardappelen:   pla.ntsǝl (Eynatten) I-5
plantstek erwtenzetter, gereedschap om erwten te zetten:   plàntsteͅk (Hoeselt), kruk, aardappelpoter:   plāntstęk (Hoeselt, ... ), plāntštęk (Klimmen, ... ) I-5, I-7
plantstok kruk, aardappelpoter:   plantstǫk (Koersel, ... ) I-5
planttijd zaaitijd:   plantit (Oost-Maarland  [(voor aardappels)]  ) I-4
plantzaad pootgoed, pootaardappelen:   plá.nt˲zoǝt (Borgloon), plá.nt˲zuǝt (Kerniel), plá.nt˲zōt (Mettekoven), plá.nt˲zōǝt (Ulbeek), plá.nt˲zūǝt (Gutschoven) I-5
plantzeef fijne zeef, voor pootaardappelen:   plantzeef (Klimmen) I-5
planzen door water het lopen met schoeisel aan:   plansje (Hoensbroek), plassen (met water):   plansje (Heerlerheide, ... ), pootjebaden:   plansje (Heerlerheide, ... ), waden:   plansje (Hoensbroek) III-1-2
plaque (fr.) ijzertje onder een schoen: Van Dale (FN): plaque [plak], plaat(je)  plak (Halen) III-1-3