e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
plankenkruiwagen bakkruiwagen:   pla.ŋkǝkrǫu̯wā.gǝ (Grote-Brogel), plankenkruiwagen (Oud-Waterschei), plaŋkǝkrǫu̯wā.gǝ (Gelieren Bret), plaŋkǝkrǫu̯wāgǝn (Hechtel, ... ), plá.ŋkǝkrū.wā.gǝn (Kaulille), pláŋkǝkruwā.gǝ (Eksel, ... ) I-13
plankenkruiwen bakkruiwagen:   plá.ŋkǝkrǫu̯.ǝn (Peer) I-13
plankenrest afgezaagd kantstuk:   plaŋkǝrɛs (Herten) II-12
plankenzeeg schulpzaag:   plaŋkǝzē̜ǝx (Hoensbroek) II-12
plankerd plankerd:   plaŋkǝrt (Griendtsveen, ... ) II-4
plankerkruikar bakkruiwagen:   plɛ.ŋkǝrkrui̯kǝr (Bree) I-13
plankje bordenrek, schotelrek:   plenkske (Sittard), deksel van de karnton:   plɛŋkskǝ (Born, ... ), duivenslag:   plē̜ ̞ŋkskǝ (Achel), plęŋkskǝ (Sint Huibrechts Lille), een klein plankje als zitplaats voor de duif:   plengske (Eisden, ... ), plenkske (Jesseren, ... ), plenske (Vlijtingen), plènkske (Meijel), u plenkske (Doenrade), ’t plenksjke (Klimmen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  e plênkske (Bilzen), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  plé.nkske (Zolder), gereedschap waarmee men de darmen schoonmaakt:   plankje (Bleijerheide, ... ), plęŋkskǝ (Borgloon, ... ), plɛŋkskǝ (Helden, ... ), plɛŋskǝ (Buchten), plɛŋškǝ (Heerlen), gierplank:   plɛnkskǝ (Mook), handschieter:   plęŋskǝ (Rothem), plɛŋkskǝ (Sint-Truiden), %%meervoud%%  plɛŋkskǝs (Maastricht), heilig harttafeltje:   plenksjke (Kunrade), karnschijf:   plɛŋkskǝ (Kessel, ... ), loodplank:   plęjŋkskǝ (Zepperen), persbok:   plɛŋkskǝ (Zolder), plank met gaten:   plɛŋkskǝ (Opitter), pletplank, treedplankjes, treedklompen:   plɛŋ(k)skǝ (Horn, ... ), scheidingswand tussen verschillende hokjes in een duivenmand:   plengskə (Beesel), plenkskes (Rijkhoven), plènkskes (As), scheiplank:   plankje (Peij), plɛ.ŋkskǝ (Lanaken), plɛŋkskǝ (Kessenich, ... ), speciebord:   plankje (Belfeld), steenplank:   plɛŋkskǝ (Maasbree), steenplankje:   plankje (Milsbeek), plē̜ŋkskǝ (Maastricht), plę ̞ŋkskǝ (Nunhem, ... ), plɛ̄ŋkskǝ (Panningen), vredewis:   plɛŋkskǝ (Borlo, ... ), zitplaats van de duif:   het plenkske (Eisden), plankske (Tongeren), plengsche (Mielen-boven-Aalst), plengske (Wijlre), plenkske (Jesseren), plènkskə (Guttecoven), ’t plenksjke (Klimmen), (jonge duif).  e plé.nkske (Zolder) I-1, I-11, I-2, I-6, I-8, II-1, II-3, II-7, II-8, II-9, III-2-1, III-3-2, III-3-3
plankje met half maantje kuipdeksel:   plę̄.ŋskǝ męt hā.f mø̜̄ntšǝ (Lauw) II-3
plankje met lange nagels broodprikker:   plankje met lange nagels (Neeritter) II-1
plankjes hekscheien:   plaŋkskǝs (Lummen), kleppers:   plenkskes (Jeuk), mijnhout:   plɛŋkskǝs (Eisden  [(Eisden)]   [Maurits]), schaftboterhammen:   plɛŋkskǝs (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zolder]), schoepen:   plɛŋkskǝs (Bilzen), uitzetplanken:   plaŋkskǝs (Koersel), plɛŋkskǝs (Genk, ... ), zwiepingen:   plɛŋkskǝs (Bilzen) II-3, II-5, II-9, III-3-2