e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
plakken krabsel:   plakǝ (Maastricht), te nat:   (het brood) plɛkt (Maaseik), plɛk (Rekem) I-12, III-4-4
plakken (mv.) vlekziekte:   plakǝ (Heiselt, ... )
plakken blijven blijven hangen, blijven plakken:   plakke blieve (Geleen), plakkə blievə (Maastricht), plekke blieve (Kerkrade, ... ), plààkkə blĭĕvə (Maastricht) , II-1
plakkens knikkertermen: (= twee knikkers liggen tegen elkaar).  pläkkes (Lutterade) III-3-2
plakker baalschort:   plekker (Leopoldsburg, ... ), plekər (Leopoldsburg), behanger:   plakǝr (Heerlen, ... ), plɛkǝr (Gulpen, ... ), fineerder:   plakǝr (Maastricht), klamvaars:   plękǝr (Zichen-Zussen-Bolder), plɛkǝr (Montfort), overdrukplaatje:   plekkers (Peer), stucadoor:   plakǝr (Beverst, ... ) I-11, II-12, II-9, III-1-3, III-3-2
plakkerd klamvaars:   plɛkǝrt (Swalmen), smeerklot:   plɛkǝrt (Griendtsveen) III-3-1, I-11
plakkerd (zn.) (blijven) plakken:   plekkerd (Meijel) II-4
plakkeren goed opschieten met zijn werk:   plekkeren (Montfort) III-1-4
plakkerig benauwd en vochtig weer:   plèkkərich (Venlo), klam, klef:   plakketig (Maastricht), plakkərig (Diepenbeek), te nat:   plɛkǝrex (Heythuysen, ... ) II-1, III-4-4
plakkertje kalot:   pleͅkərkə (Achel, ... ), overdrukplaatje:   plakkerkes (Sint-Truiden), plekkerke (Hamont, ... ), plekkerkes (Beringen, ... ), plekkərkə (Beringen), plɛkkərkə (Beringen), plɛkərkə (Bree, ... ) III-3-2, III-3-3