18965 |
pieren |
bedriegen:
pière (Q193p Gronsveld),
braken:
pīrə (Q162p Tongeren),
geslachtsgemeenschap hebben:
pieëre (P176p Sint-Truiden),
krioelen:
piere (Q156p Borgloon, ...
Q153p Gors-Opleeuw),
kruipend ongedierte:
#NAME?
peere (L291p Helden/Everlo),
idiosyncr.
pere (L269p Blerick),
mijnwerker:
pīrǝ ([Beringen]),
scherp kijken:
pirə (K353p Tessenderlo),
treiteren:
pieren (Q154p Sint-Huibrechts-Hern),
cf. WNT s.v. "pieren"(IV) B. foppen, verschalken etc.; iemand "piere
pīērë (Q162p Tongeren),
voor de gek houden:
cf. WNT s.v. "pieren"(IV) B. foppen, verschalken etc.;
pière (Q193p Gronsveld),
wormsteek (subst.):
peren (L246b Melderslo)
II-5, III-1-1, III-1-2, III-1-4, III-2-2, III-2-3, III-4-2
|
|