e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Blitterswijck

Overzicht

Gevonden: 2572
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blankvoorn, voorn voorn: vòre (Blitterswijck) voren, vis III-4-2
blaten bleren: blē̜rǝ (Blitterswijck) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauwe bosbes moelbeer: moelbèèr (Blitterswijck), walbeer: walbêre (Blitterswijck) bosbes || boschbes [SGV (1914)] III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: rei-ger (Blitterswijck), reiger (Blitterswijck) reiger [SGV (1914)] III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg madenschijter: maaienschieter (Blitterswijck), tor: tor (Blitterswijck) bromvlieg III-4-2
bleek bleek: blejek (Blitterswijck) bleek [SGV (1914)] III-1-2
blij blij: blie (Blitterswijck) blij [SGV (1914)] III-1-4
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksem (Blitterswijck), weerlicht: werlicht (Blitterswijck) bliksem || bliksemflits, weerlicht III-4-4
bliksemen bliksemen: blikseme (Blitterswijck), weerlichten: het wèrlicht (Blitterswijck) bliksemen, weerlichten || het bliksemt [SGV (1914)] III-4-4
bloed bloed: bloed (Blitterswijck) bloed [SGV (1914)] III-1-1