e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverst

Overzicht

Gevonden: 2943

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
banden pezen: pei̯zǝ (Beverst) Een duidelijk zichtbare spierbundel even boven het begin van de staart aan weerskanten van het staartbeen, die zich ontspant wanneer de koe moet kalven. [N 3A, 111a] I-11
barmsijs dennensijsje: IPA, omgesp.  dɛnəsīskə (Beverst), dikke berp: Frings  dekə beͅrəp (Beverst) sijs: barmsijs (12,5 bruin, met steeds rood voorhoofd en zwart sikje; alleen in sommige jaren op trek; gewoonten als sijs [006]; ook in mast- en berkenbos; twee soorten [N 09 (1961)] III-4-1
barrevoets barrevoets: baerəvəs (Beverst), berreves (Beverst), berrĕvĕs (Beverst) barrevoets [ZND 19 (1936)] || blootvoets [RND] III-1-3
bed bed: be̞t (Beverst), beͅət (Beverst) bed [RND], [ZND A1 (1940sq)] III-2-1
beddenlaken laken: lōͅkə (Beverst) Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)] III-2-1
bedelaar bedelaar: doa ware drij minse dij de bèdeler gezīn howen (Beverst) Er waren drie mensen die de bedelaar hadden gezien [ZND 46 (1946)] III-3-1
bederven, gezegd van pekel bederven: bǝdɛrvǝ (Beverst) De zoutoplossing kan bederven doordat te veel bloed uit het vlees trekt en zich met de pekel vermengt. [N 28, 109; monogr.] II-1
bedevaart bedevaart: bējvet (Beverst), bedevaartgang: ’n bjiēvetgank (Beverst) Een bedevaart. [ZND 21 (1936)] III-3-3
bedriegen bedriegen: bədrīgə (Beverst), ook materiaal Leuv. lijst 21, vr 6a  bedriege (Beverst) bedriegen [ZND 01 (1922)], [ZND A2 (1940sq)] III-1-4
bedrijfsgedeelte van het boerenhuis stallen: stɛl (Beverst), stellage: stø̜lǭžǝ (Beverst) Bedoeld wordt het geheel van stallen en schuur dat achter het woonhuis gelegen is. Bepaalde benamingen zijn specifieke termen voor het bedrijfsgedeelte. Andere opgaven daarentegen zijn algemener en geven daarmee aan dat er voor de bedrijfsgebouwen geen aparte benaming bestaat, ze zijn ook in gebruik voor de boerderij in het algemeen, geven een opsomming van de voornaamste bedrijfsgebouwen of -ruimten (vandaar ook veel meervoudsvormen), verwijzen naar een belangrijk deel van de bedrijfsruimten (zoals de binnenhof of de dorsvloer) of wijzen op dat deel van het complex dat direct aan het woonhuis aansluit (zoals het stookhuis). [N 5A, 31; N 5,126; monogr.] I-6