e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q032p plaats=Schinnen

Overzicht

Gevonden: 4527
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
andere soorten sneeuw dikke vlokken: dikke vlokken  diekə vlokkə (Schinnen) verschillende soorten sneeuw [spuwsneeuw, watersneeuw] [N 81 (1980)] III-4-4
angel van bij of wesp angel: eigen spellingsysteem  angel (Schinnen), WLD  angel (Schinnen) Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)] III-4-2
angst angst: angs (Schinnen, ... ) angst [SGV (1914)] || een min of meer beredeneerde vrees van iets hebbend [bang, schouw] [N 85 (1981)] || het gevoel van beklemming en vrees, veroorzaakt door een [wezenlijk of vermeend] dreigend onheil of gevaar [angst, schijt, schrik] [N 85 (1981)] III-1-4
aniline kleurstoffen aniline: anil ̇inǝ (Schinnen) Kleurstoffen waarmee kunstmatige verflakken (teerverflakken) vroeger bereid werden. Volgens de invuller uit L 265 werden aniline kleurstoffen niet door de huisschilder gebruikt. [N 67, 12a] II-9
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) violet: -  flette (Schinnen) tuinanjer [SGV (1914)] III-2-1
antwoorden antwoorden: anjtwoorden (Schinnen) ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)] III-3-1
appelboom appelboompje: Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen  appelbömke (Schinnen) [DC 03 (1934)] I-7
appels van de boom schudden schuddelen: sjöddələ (Schinnen), eigen spellingsysteem  sjöddele (Schinnen), WLD  sjöddele (Schinnen) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] III-2-3
appelstroop zoete appelsiroop: zø̄tǝ ępǝlšrǫap (Schinnen) Stroop, gemaakt van appelen. [N 57, 34b; N 57A, 6; N 38, 2; monogr.] II-2
arbeid werk: ət wèrk (Schinnen), werken: wèrken (Schinnen) het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] III-3-1