e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Castenray

Overzicht

Gevonden: 1539
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zonx blik: Vb. wat stöt dn bliek wer hoeëg vandaag! (wat is het vandaag weer heet!).  bliek (Castenray) zon III-4-4
zoolbeslag hoogsel: hø̜xsǝl (Castenray) Stuk leer, rubber of hout dat onder de zool van de klomp wordt aangebracht. [N 24, 71; monogr.] II-12
zorgen voor zorgen voor: zörge vur (Castenray) zorgen, zorg dragen voor, letten op III-1-4
zout zout: zālt (Castenray) zout III-2-3
zoutpot zoutpot: Veelal is dit een Keulse pot  zâltpot (Castenray) zoutpot III-2-1
zoutvat zoutvaatje: zâltvetje (Castenray) zoutvaatje III-2-1
zuigerklep pompenleertje: pōmpǝlɛrkǝ (Castenray) De (leren) klep in de pompzuiger van een zuigpomp die zich opent bij de neergaande beweging van de zuiger. Zie ook afb. 236a en 241. Volgens de invuller uit L 329 was er aan het slotleer een slotlood (slq.tlɛüt) bevestigd.' [N 64, 133k; N 66, 49k; monogr.] II-11
zuigerleer pompenleer: pōmpǝlē̜r (Castenray) De leren omkleding van de pompzuiger die zorgt voor de afdichting tussen pompzuiger en pomphuis. [N 64, 1331 add.; monogr.] II-11
zuurdesem desem: enigszins zuur geworden ofwel zuurgemaakte deeg, te gebruiken als (vervanger van) gist  dissem (Castenray), zuurdeeg: zoērdieëg (Castenray), zuurdesem: zoērdissem (Castenray) zuurdeeg || zuurdesem III-2-3
zuurkool tonnenmoes: tònnemoes (Castenray), zuurmoes: Mit zoermoes kunde dn terring eweg aete: door zuurkool te eten kan men genezen van tbc  zoermoes (Castenray) zuurkool III-2-3