e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dilsen

Overzicht

Gevonden: 2332
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beurs, overrijp paprijp: papriep (Dilsen) Hoe noemt u: vruchten die overrijp zijn van binnen (beurs, buikziek?) [N 72 (1975)] III-2-3
bevruchten treden: trē.i̯ǝ (Dilsen) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
bewolkte lucht donkere hemel: doenkeren hemel (Dilsen), n⁄n doenkeren hemel (Dilsen) bewolkt [ZND 32 (1939)] III-4-4
bezem bessem: bɛsǝm (Dilsen), bezem: be̞ͅsəm (Dilsen) bezem [RND] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezemsteel steel: stīəl (Dilsen) bezemsteel [RND] III-2-1
bidden beden: bɛjǝn (Dilsen) Het in dezelfde richting met de kop vooruithangen, voordat de bijen aanstalten maken aan te vliegen. [N 63, 35] II-6
bieden bieden: be.jə (Dilsen) bieden [RND] III-3-1
bier bier: béér (Dilsen) bier [RND] III-2-3
bies bies: bę̄s (Dilsen) Een reep leer in het algemeen. [N 60, 18a] II-10
bies [wld ii.10, p. 25] bies: bees (Dilsen) Een reep leer in het algemeen? (bies) [N 60 (1973)] III-1-3