e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wit stervormig vlekje op het voorhoofd kol: kǫl (Afferden) Witte plek op het voorhoofd van donkerharige paarden, niet groot maar van verschillende vorm als rond, ovaal e.d. Een ster is iets groter dan een kol. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b; N 8, 27a; S 27] I-9
witte kwikstaart kwikstaart: kwikstert (Afferden), witte ploegdrijver: witte ploegdriever (Afferden) kwikstaart [SGV (1914)] || kwikstaart, wit (18 zwart-wit-grijs; met lang wiebelstaartje; zeer algemeen; veel bij boerderijen en op wegen; roep [tijd-dik] [N 09 (1961)] III-4-1
witte vlekken wild haar: węi̯lt hø̜̄r (Afferden) Kale plekken op de huid. Zij zijn een gevolg van zweren of verwondingen door de druk van zadel en tuig, ook van het toebrengen van slagen. Zie ook het lemma ''gedrukt'' (7.36). [N 8, 90s] I-9
wittebrood weg: wèk (Afferden) wittebrood [SGV (1914)] III-2-3
woensdagx woensdag: woensdag (Afferden), Woensdag (Afferden) dag; woensdag [N 07 (1961)] || Woensdag [SGV (1914)] III-4-4
wolfsgebit, gebroken gebit los gebit: los ˲gǝbet (Afferden) Dit bit, gebruikt om moeilijke paarden te beteugelen, heeft een stang die in het midden scharniert. Het wordt vooral gebruikt bij rijpaarden. Op verscheidene plaatsen heeft dit soort bit kennelijk geen aparte naam. Dit wordt uitdrukkelijk gemeld voor: Q 80, 152, 162, 182. Er bestaan ook wolfsgebitten met een beugel in het midden om moeilijke paarden te beteugelen. De namen voor de twee types worden niet strikt uit elkaar gehaald. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 43] I-10
wonder wonder: wŏŏnder (Afferden) wonder [SGV (1914)] III-3-3
wonen huizen: huze (Afferden), wonen: woeëne (Afferden) huizen (ww.) [SGV (1914)] || wonen [SGV (1914)] III-2-1
woord woord: woard (Afferden) woord [SGV (1914)] III-3-1
wormstekig verpierd: verpiert (Afferden) wormstekig [DC 23 (1953)] III-2-3