e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zich bij het stappen op de voorhoeven trappen (zich) vangen: vaŋǝ (Afferden) [N 8, 75 en 79] I-9
zich inbeelden zich inbeelden: zich ienbeele (Afferden) inbeelden, zich [SGV (1914)] III-1-4
zich over de rug wentelen (zich) wentelen: wē.ntǝlǝ (Afferden) Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69] I-9
zicht zicht: zext (Afferden) Korte zeis die met één hand gehanteerd wordt en gebruikt wordt voor het maaien van rogge, tarwe, haver, gerst, enzovoorts. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 over het maaien en afbeelding 5. Op de semasiologische kaart 30 zijn de gebieden met pik in de betekenis "zicht" van kaart 29 en met pik in de betekenis "mathaak" van kaart 33 bijeengezet. [N 18, 70; JG 1a, 1b, 2c; Goossens 1963, krt. 28; A 14, 7; A 23, 16.2; L 45, 7; Gwn 7, 4; div.; monogr.; add. uit N 11, 88; N 14, 131; N 15, 16a; N 18, 71; A 4, 28; A 14, 10; L 20, 28; L 42, 46; L 48, 34; Lu 1, 16.2 ; Lu 2, 34.2; Wi 51] I-4
ziek ziek: zīēk (Afferden) ziek [SGV (1914)] III-1-2
ziekte ziekte: ziekte (Afferden) ziekte [SGV (1914)] III-1-2
ziel ziel: zīēl (Afferden) ziel [SGV (1914)] III-3-3
zien, kijken kijken: kieke (Afferden), zien: zīēn (Afferden) kijken [SGV (1914)] || zien [SGV (1914)] III-1-1
zijde zij: pien ien de zi-j (Afferden) zij, zijde (pijn in de zij) [N 07 (1961)] III-1-1
zijn neus snuiten snoeven: snuuve (Afferden) snuiten: zijn neus snuiten [sneuve, snutte] [N 10a (1961)] III-1-2