e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zijwand zijbred: zii̯bret (Afferden) Elk van de zijkanten van een kar, wagen of kruiwagenbak. Herhaaldelijk worden in het materiaal speciaal de zijkanten van een hoogkar vermeld, die afgenomen kunnen worden. De zijwanden van de slagkar, die samen met de voorwand een vast geheel vormen, krijgen vaak geen aparte naam. De zijplanken zijn horizontale planken die tegen verticale rongen staan en waarop verhoogsels gezet kunnen worden. De woordtypes kist, mouw, komp en korf, die thans "elk van de twee zijwanden" betekenen, zijn oorspronkelijk termen voor de kar- of wagenbak als geheel. De benamingen voor dit geheel worden behandeld in het lemma bak. De meer specifieke benamingen voor de zijwanden van de kruiwagen worden onder het betreffende lemma behandeld. [N 17, 30a + 40 + 46a + add; N G, 53c + 60 a-b; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2a; JG 2b; JG 2c; A 26, 2b; Lu 4, 2b; monogr.] I-13
zitten zitten: zitte (Afferden) zitten [SGV (1914)] III-1-2
zoeken zoeken: zuuke (Afferden) zoeken [SGV (1914)] III-1-2
zoethout zoethout: zuutholt (Afferden) zoethout [SGV (1914)] III-2-3
zolder zolder: zoͅldər (Afferden) zolder [SGV (1914)] III-2-1
zomen zomen: zyǝmǝ (Afferden) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zonde zonde: zŏŏnde (Afferden) zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: zund (Afferden) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3
zool zool: zǭl (Afferden) Het gedeelte van de onderkant van de hoef rondom de straal (3.6.3). [N 8, 33] I-9
zoom zoom: zȳǝm (Afferden) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7