e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
worstelen worstelen: worsele (Afferden) worstelen [SGV (1914)] III-3-2
wortel wortel: wǫrtǝl (Afferden) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) wortel: wortel (Afferden) wortel [SGV (1914)] III-4-3
wrang wrang: enne wrange smaak  wrang (Afferden) wrang [DC 26 (1954)] III-2-3
wrat wrat: vrat (Afferden) wrat [SGV (1914)] III-1-2
wreef wricht: vriegt (Afferden) wreef [SGV (1914)] III-1-1
wroeten wroeten: vrute (Afferden), vrȳtǝ (Afferden) Met de snuit in de grond wroeten, gezegd van het varken. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b, 2c; L monogr.; Wi 56; S 45; monogr.] || wroeten [SGV (1914)] I-12, III-1-2
wulp kuluut: kuluut (Afferden) wulp (55 groot, bruingestreept; met lange kromme snavel; broedt in en rond de hei [N 09 (1961)] III-4-1
zaag zaag: zāx (Afferden) Snijwerktuig, dat bestaat uit een platte strook staal die aan één zijde van tanden voorzien is. De strook is bevestigd in een handvat of in een spanraam. Zie ook de lemmata ɛhandzaagɛ en ɛspanzaagɛ.' [S 45; L 8, 101; N 53, 1a; monogr.] II-12
zaaien zaaien: zɛ̄i̯ǝ (Afferden) [N 15, 1a; JG 1a, 1b; A 2, 70; L A2, 234; L 8, 102; L 24, 6a; S 45; Wi 40; RND 111; monogr.] I-4