e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boekend

Overzicht

Gevonden: 1986
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zachte wind, briesje zuchtje (wind): ⁄n zuchje wind (Boekend) nauwelijks hoorbare wind [floes] [N 81 (1980)] III-4-4
zachtharige bezem zachte bezem: zachte bessem (Boekend) bezem, zachtharig, waarmee men binnenshuis stof bijeenveegt (veger) [N 20 (zj)] III-2-1
zadeldak dak: dāk (Boekend) Dak in de vorm van twee gelijkhellende, rechthoekige dakschilden, die in de nok samenkomen. [N 4A, 22; N 54, 170b; div.] II-9
zak in de onderrok buideltje: buulke (Boekend, ... ) zak in de onderrok [rokketes, moederkenszak] [N 24 (1964)] III-1-3
zak op een schort tas: tes (Boekend, ... ) zak op een schort [pooier] [N 24 (1964)] III-1-3
zakdoek tasdoek: tesdook (Boekend), tasneusdoek: is heel oud  tesnazik (Boekend), zakdoek: zakdook (Boekend) zakdoek [zakneusdoek, tesneuzik, plak, sjnoefsplak, sjnuutelsplak, seplak, sjnekker] [N 23 (1964)] III-1-3
zand strooien strouwen: strouwe (Boekend) Het strooien van wit zand op de vloer (strooien, strooiselen, opzanden) [N 79 (1979)] III-2-1
zand, zandgrond zandgrond: zaŋkgrōŋk (Boekend) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8
zandbank zandbank: zandbank (Boekend) zandbank, hoger gelegen deel van zand in een rivier of meer [bank, zandskel, zandbplaat, visplaat] [N 81 (1980)] III-4-4
zandkorrel, korreltje zand zandkorrel: ⁄ne zandkorrel (Boekend) zandkorrel, korreltje zand [zandeke] [N 81 (1980)] III-4-4