19560 |
zeef |
zeef:
zeeëf (L269b Boekend)
|
zeef in het algemeen [N 20 (zj)]
III-2-1
|
33590 |
zeekool |
eeuwig moes:
ieuwig moos (L269b Boekend),
iewig moos (L269b Boekend)
|
De overblijvende plan met dikke knoestige wortelstok en talrijke uitlopers waaruit hier en daar stengels opstijgen; de bladen geven een zeer vroege, smakelijke groente waarmee men ze in het voorjaar tegen de invloed van het licht beschermt; zeekool (oudew [N 82 (1981)] || Hoe noemt u de volgende soorten kool (brassica oleracea L. - fam. cruciferae): een koolsoort die een overblijvende plant is en wel 20 jaar oud kan worden (zeekool) (crambe maritima). Deze heeft een knoestige wortelstok en talrijke uitlopers, waaruit hier [N 71 (1975)]
I-7
|
19644 |
zeepsop |
sop:
sop (L269b Boekend)
|
Hoe noemt u de oplossing van zeep en water? (zeepsop, zeepnat) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
25140 |
zeer warm weer |
heet (weer):
heit wear (L269b Boekend)
|
sterke, overmatige warmte, hoge temperatuur van de lucht [heet, hitte, hitse] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17681 |
zenuw |
zenuw:
zenuwe (L269b Boekend)
|
zenuw [zeen] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17693 |
zeveren |
zeveren:
zeivere (L269b Boekend)
|
zeveren [zeivere, sabbere] [N 10a (1961)]
III-1-1
|
21772 |
zich aanstellen |
zich aanstellen:
aanstelle (L269b Boekend),
zich beschijten:
vgl. Venlo Wb. (pag. 100): beschiète, 1. beschijten; -2. opwinden; kind, beschiet dich kind, wind je niet zo op; -3. bang zijn.
beschiët dich neet (L269b Boekend),
zich dik maken:
dich neet diek make (L269b Boekend)
|
zich aanstellen [N 102 (1998)]
III-3-1
|
34232 |
zich moeilijk laten melken |
zich taai melken:
(de koe) mɛlk zex tɛi̯j (L269b Boekend)
|
Het slechts met moeite gemolken kunnen worden, gezegd van de koe. Er komen in dit lemma verschillende grammaticale categorieën voor. [N 3A, 71]
I-11
|
17974 |
zich niet lekker voelen |
zich melig voelen:
zich mealig veule (L269b Boekend),
zich niet goed voelen:
zich neet good veule (L269b Boekend)
|
Onwel: zich niet gezond voelend (erg, onwel, onlustig, niet prut, kadies, dings). [N 84 (1981)] || Zich niet lekker voelen (spijten, kruchen, in de lappenmand zijn). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
34339 |
zich schuren |
zich schuren:
zex sxōrǝ (L269b Boekend)
|
Zich schuren tegen een paal of boom vanwege de jeuk, gezegd van het varken. [N M, 7]
I-12
|