e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwarte kraai, kraai kraai: kraai (Beverlo), geen fon.doc.  kraai (Beverlo) kraai [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-4-1
zwarte muts? kornet (<fr.): Kernet.  kərneͅt (Beverlo) muts, zwarte ~ {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
zwavelstok solferstekje: soͅlfərstɛkskə (Beverlo) zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)] III-2-1
zweefmolen kettingmolen: Doo stùne twie"kèttingmeules ùp-e kèr"mis.  kèttingmeule (Beverlo) Zwiermolen. III-3-2
zweer zweer: zwêr (Beverlo) zweer (-&gt; puist) III-1-2
zweet zweet: zwieët (Beverlo) zweet [N 10 (1961)] III-1-2
zwellen zwellen: zwellə (Beverlo) zwellen [ZND 25 (1937)] III-1-2
zwemmen zwemmen: zwömme (Beverlo), zwɛmən (Beverlo) zwemmen [RND] || Zwemmen. III-3-2
zweren zweren: da wil ig zwère (Beverlo), do zwèr ich up (Beverlo), ich wil het zwèren (Beverlo), ig wul ter vur zwêren (Beverlo) Ik wil er een (of mijn) eed op doen [ZND 23 (1937)] III-3-1
zweren, etteren netteren: diej won zal netteren (Beverlo), zweren: `die wonn goat zweiren (Beverlo), die won zal zweren (Beverlo) Die wonde zal etteren [ZND 23 (1937)] III-1-2