e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte muts met linten witte muts: witte muts (Beverlo) muts, witte ~ met linten {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
witte muts met sierkrans en afhangende linten hollandse hul: hoͅlansə hui (Beverlo) muts, grote witte ~ waarop een dikke hoefijzervormige krans met afhangende linten wordt gedragen {afb} [poffer-, kröl-, frul-, knip-, greute muts] [N 25 (1964)] III-1-3
wittebrood wit brood: wet bruət (Beverlo) wit brood [ZND B2 (1940sq)] III-2-3
woede colre (fr.): kelê"re (Beverlo), kelêre (Beverlo), klêre (Beverlo), colrig (<fr.): kelê"reg (Beverlo), klê"reg (Beverlo), gloeiig kwaad: gluneg kood (Beverlo, ... ), parten: pètte (Beverlo), roffel: rùfel (Beverlo) giftig (nijdig) || gramschap || kwaad || nijdig || toorn, toornig (zie ook woedend) || woede III-1-4
woelen murken: Bij trefwd. woelen wordt verwezen naar wroeten.  (rùnd)mùr"ke (Beverlo), rondmurken: Bij trefwd. woelen wordt verwezen naar wroeten.  (rùnd)mùr"ke (Beverlo) woelen III-1-2
woensdagx goensdag: gùnstoog (Beverlo) woensdag III-4-4
wolk alg. wolk: woͅllək (Beverlo), woͅlək (Beverlo) wolk [ZND A1 (1940sq)], [ZND B2 (1940sq)] III-4-4
wollen muts (kinderen) pots: pots (Beverlo) muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)] III-1-3
wonde wonde: `die wonn goat zweiren (Beverlo), die won zal zweren (Beverlo), diej won zal netteren (Beverlo), woöën (Beverlo) Die wonde zal etteren [ZND 23 (1937)] || een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
wonen wonen: wunə (Beverlo), spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  wune (Beverlo) wonen [ZND A1 (1940sq)] III-2-1