e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wringen wringen: wringə (Beverlo) wringen [ZND 25 (1937)] III-1-2
wroeten wroeten: vruute (Beverlo) wroeten (snuffelend in grond graven) III-1-2
zachtharige bezem borstel: boͅsəl (Beverlo) bezem, zachtharig, waarmee men binnenshuis stof bijeenveegt (veger) [N 20 (zj)] III-2-1
zak in de onderrok rokbuidel: rokbuil (Beverlo), roͅkbəl (Beverlo) zak in de onderrok [rokketes, moederkenszak] [N 24 (1964)] III-1-3
zak in kledingstuk buidel: bøl (Beverlo), bûîl (Beverlo), tas: tès (Beverlo) een zak (in een broek enz.) [ZND B1 (1940sq)] || zak (deel van kledingstuk) III-1-3
zak op een schort buidel: buil (Beverlo), bəəl (Beverlo) zak op een schort [pooier] [N 24 (1964)] III-1-3
zakdoek buidelneusdoek: bəlnduk (Beverlo), [builneusdoek]  bönesdùk (Beverlo), bönösdùk (Beverlo), zakdoek: zaGduk (Beverlo) neusdoek || zakdoek || zakdoek (fr. mouchoir) [ZND B1 (1940sq)] || zakdoek [zakneusdoek, tesneuzik, plak, sjnoefsplak, sjnuutelsplak, seplak, sjnekker] [N 23 (1964)] III-1-3
zakdoek: pochette stoefertje: b.v. he ha ö stùferke in-t booveste bölke va zène jas. [Van Dale: stoefer -> stoefzakdoek, <gew.> pochet]  stùferke (Beverlo) pochet III-1-3
zanglijster, lijster lijster: lijster (Beverlo), lèsster (Beverlo), geen fon.doc.  lijster (Beverlo) lijster [ZND 01 (1922)], [ZND 30 (1939)] III-4-1
zeef zij: zɛi (Beverlo) zeef in het algemeen [N 20 (zj)] III-2-1