e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K318p plaats=Beverlo

Overzicht

Gevonden: 2283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zomerkapmanteltje pelerine (<fr.): Pelderien.  peͅldəren (Beverlo) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomerkleren: zomerklier (Beverlo) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse kleren `s zondagse kleren: ’s zondagse kliere (Beverlo) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse schort `s zondagse voorschoot: szondagse vörschoot (Beverlo), blauwe voorschoot: blaaə vörschoewet (Beverlo), zondagse voorschoot: zondagse vörschoewet (Beverlo) schort, blauw-wit linnen zondagse schort [N 24 (1964)] III-1-3
zool van een schoen zool: zol (Beverlo), zool (Beverlo) zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zout zout: zaat (Beverlo) zout III-2-3
zuchten snoffen: cf. WNT s.v. "snoffen"(II) = snuffen  snoffe (Beverlo), zuchten: zøxtə (Beverlo) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] || zuchten, stenen [ZND B1 (1940sq)] III-1-4
zuigen zuigen: zouge (Beverlo) zuigen III-2-3
zult, preskop geperste kop: geperste hoofdkaas  gəpɛrzdə koͅp (Beverlo) hoofdkaas [Goossens 1b (1960)] III-2-3
zure oprisping zooi: de zeu hemme (Beverlo), B.v. De zeu hamme.  (de) zeu (Beverlo) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] || zuur (oprisping maagsap) III-1-2