e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brandhout vonkelhout: vøŋkəlhōts (Chèvremont, ... ) aanmaakhout || brandhout, aanmaakhout III-2-1
brandkast in de sacristie brandkast: brankkas (Chèvremont) De brandkast, kluis of safe, waarin de heilige vaten bewaard worden. [N 96A (1989)] III-3-3
brandnetel brandnittel: bren’nissel (Chèvremont), nittel: nis’sel (Chèvremont) brandnetel III-4-3
breekbout breekbout: brɛxbǫwt (Chevremont  [(Julia)]   [Emma]) Onderdeel van de koolploeg- en transporteuraandrijving ter voorkoming van ontoelaatbaar hoge trekkrachten in schaaf- en transportkettingen. Bij te hoge trekkracht breekt de bout. [N 95, 600; monogr.] II-5
breien strikken: štrekə (Chèvremont) breien III-1-3
breinaald striknaald: štreknoͅlt (Chèvremont) breinaald III-1-3
breken, doorbreken breken: brē̜xǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Willem-Sophia]) Gezegd van ondersteuningen en met name de kap ervan. Ondersteuningen kunnen breken als gevolg van de druk in het gesteente. [N 95, 355; monogr.] II-5
brem ginster: jin’ster (Chèvremont) brem III-4-3
bretel help: helpe (Chèvremont), lits: litse (Chèvremont) bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)] III-1-3
breuklijn breuklijn: breuklijn (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) De lijn waarlangs het dakgesteente moet afbreken, wanneer de ondersteuningen geroofd worden. [N 95, 579; monogr.] II-5