27763 |
blinde schacht, tussenschacht |
blinde schacht:
blɛŋǝ šāt (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale]),
tussenschacht:
tøšǝšāt (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale])
|
Een schacht die niet aan de oppervlakte uitmondt. Een dergelijke schacht wordt aangelegd om steenkoollagen te ontsluiten die tussen de verdiepingen zijn gelegen, en soms voor ventilatie- of vervoersdoeleinden. Zo merkt de respondent uit Q 3 voor de mijnen uit Winterslag en Waterschei op dat de "stortkoker" een blinde schacht is waar kolen en steen door afgevoerd worden en de "luchtschouw" een blinde schacht die uitsluitend wordt gebruikt voor de luchtverversing. Het verschil tussen een opbraak of een neerbraak en een tussenschacht was in de Nederlandse mijnen gelegen in het feit dat in een tussenschacht personenvervoer door middel van liftkooien was toegestaan. [N 95, 78; N 95, 181; monogr.; Vwo 134; Vwo 138; Vwo 206; Vwo 804]
II-5
|
20693 |
bloedworst |
bloedpoetes:
blód’poetes (Q121a Chèvremont),
poettes:
Verklw. püttes-je Noa ¯t sjlachte óp d¯r poet¯tes joa
poet’tes (Q121a Chèvremont)
|
bloedworst
III-2-3
|
24305 |
bloedzuiger |
bloedzuiger:
blód’zujer (Q121a Ch?vremont)
|
bloedzuiger
III-4-2
|
24470 |
bloei |
bloei:
blui (Q121a Chèvremont),
fleur:
fluur (Q121a Chèvremont)
|
bloei
III-4-3
|
24523 |
bloeien |
bloeien:
blui’e (Q121a Chèvremont)
|
bloeien
III-4-3
|
24471 |
bloem (alg.) |
bloem:
blom (Q121a Chèvremont)
|
bloem
III-4-3
|
24629 |
bloembol |
zwieberl:
tswie‧berl (Q121a Chèvremont)
|
bloembol
III-4-3
|
20042 |
bloemheester |
bloemenstruik:
blom’mesjtroech (Q121a Chèvremont)
|
bloemheester
III-2-1
|
21107 |
bloemkool |
bloemenkool:
blom’mekoeël (Q121a Chèvremont)
|
bloemkool
I-7
|
19646 |
bloemperk |
bed:
bɛt (Q121a Chèvremont)
|
bloembed
III-2-1
|