e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bef befje: befje (Chèvremont) bef [bavetje, sammezetje, bandje] [N 23 (1964)] III-1-3
begerig begehrlich (du.): bejier’lieg (Chèvremont), gierig: jie’rieg (Chèvremont) begerig III-1-4
begin van de dienst aanvangschicht: āvaŋšix (Chevremont  [(Julia)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Uit de antwoorden blijkt dat men de woordtypen als "beginschicht" en "begin van de schicht" als synoniemen moet beschouwen. [N 95, 119; monogr.] II-5
begrafenis begrbnis (du.): bejrebnis (Chèvremont) begrafenis III-2-2
begraven begraven: bejrave (Chèvremont) begraven III-2-2
begrijpen begreifen (du.): bejrie’fe (Chèvremont), kapieren (du.): kape’re (Chèvremont), verstaan: verstoa’ (Chèvremont) begrijpen || begrijpen, verstaan III-1-4
begrip, besef begriff (du.): bejrif’ (Chèvremont), inzicht: i’zich (Chèvremont), verstndnis (du.): versjtend’nis (Chèvremont) begrip || inzicht, begrip III-1-4
behangen tapisseren: tapǝtsērǝ (Chevremont) Zie kaart. De techniek van het opplakken van behangselpapier met alle bijkomende werkzaamheden zoals het aanbrengen van behangjute. [N 67, 92a; monogr.] II-9
behangsel tapijt: tapiǝt (Chevremont) Wandbedekking, vroeger vervaardigd van weefsels en leer, tegenwoordig meestal van papier. Een patroon op behangpapier werd in L 423 'dessin' ('dǝsęŋ') genoemd. [N 67, 92b; monogr.] II-9
behangtafel tapezierbred: tapǝtsērbrɛt (Chevremont) De tafel waarop het behangselpapier met behulp van de papborstel met plaksel wordt ingestreken. In Q 117a bestond de behangtafel uit twee bladen van 60x100 cm elk rustend op twee bokkepoten. In L 265 kon men de verschillende delen van de behangtafel dankzij scharniertjes dichtklappen. Uitgevouwen was de tafel 3 m lang. In Q 111 was de tafel samengesteld uit twee met behulp van een pianoscharnier aan elkaar bevestigde delen die uitklapbaar waren. De uitgeklapte tafel kon staan op de mee uitgeklapte staanders die op spanning kwamen door ze zover uit te trekken tot het ertussen zittende touw strak stond. [N 67, 97b; monogr.] II-9