e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweerterheide

Overzicht

Gevonden: 1206
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
garenklosje, garenpijpje klosje: klø̜skǝ (Altweerterheide) Doorboord klosje waarop het garen is gewonden of pijpje waarop het garen zit. [N 59, 9; N 62, 56a; N 62, 56b; Gi 1.IV, 23; MW; monogr.] II-7
gebakken appelschijven boomherst: boumherst (Altweerterheide), boomspek: boûmspek (Altweerterheide) appelschijven in de pan gebraden III-2-3
gebint gebont(e): gǝbo.nt (Altweerterheide) Het geheel van spantbenen, gordingen, kepers etc. waarop de dakbedekking rust. Zie ook afb. 49 en 71. [S 9; N 54, 149a; N 54, 149b; N 54, 151; monogr.; Vld.] II-9
geboren worden geboren: ww  geboeëre (Altweerterheide) geboren (worden) III-2-2
gebouw tispel: tespəl (Altweerterheide) hoog gebouw III-2-1
gebroeders; niet gebruiken gebroers: gebreurs (Altweerterheide) broers III-2-2
geduld geduld: gedäöltj (Altweerterheide) geduld III-1-4
geelgors gele schrijver: gaeleschriêver (Altweerterheide) geelgors III-4-1
geeuwhonger geeuwhonger: gieëhônger (Altweerterheide) geeuwhonger, plotselinge hevige honger en toch kan men geen eten zien III-2-3
geheugen geheugen: gehuuëge (Altweerterheide) geheugen III-1-4