e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L378p plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vruchtvlies vlies: vlīēs (Stevensweert) Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 84 (1981)] III-2-2
vuil in sloten vlootstro: vlaotstruuĕ (Stevensweert) vuil, stro of zeewier in sloten of tegen dijken [geffeling, eek, vlot, lies, drift, geffel, gaf, bras, reek, deek] [N 81 (1980)] III-4-4
vuil waterx vuil water: voel wáátör (Stevensweert) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4
vuist vuist: voes (Stevensweert) vuist [N 10 (1961)] III-1-1
vuursteen ketssteen: kètsstein (Stevensweert) vuursteen in de tondeldoos [N 20 (zj)] III-2-1
vuurtang, sinteltang vuurtang: vy(3)̄rtaŋ (Stevensweert) vuurtang [N 05A (1964)] III-2-1
waaienx waaien: hēt wĕjde (Stevensweert), wejen (Stevensweert), wèje (Stevensweert), (Is ook oorvijgen).  wĕje (Stevensweert) het waaide [SGV (1914)] || waaien [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
waarschuwen piepen: piepö (Stevensweert), waarschuwen: waarschoee (Stevensweert, ... ) het geluid dat vogels maken wanneer men te dicht bij hun nest komt (kijven) [N 83 (1981)] || waarschuwen [SGV (1914)] III-3-1, III-4-1
waden waden: waaje (Stevensweert, ... ) lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] || waden: door het water baden [waoje, baoje, baaje] [N 10 (1961)] III-1-2
wafel wafel: woafel (Stevensweert), woafele (Stevensweert) wafel [SGV (1914)] || wafels [SGV (1914)] III-2-3