id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
24473 | blauwe bosbes | marbelt: verzamelfiche, ook mat. van ZND02, 3 en ZND16, 2 marbelt (Lanklaar), marbëlte (Lanklaar) | bosbes, alg. [ZND 01 (1922)] III-4-3 |
33808 | blauwe en bruine schimmel | blauwe schimmel: blau̯ǝ šømǝl (Lanklaar), bruine schimmel: brunǝ šømǝl (Lanklaar) | De blauwe schimmel is overwegend blauw of grijsblauw, met zwarte manen. Bij de bruine schimmels zijn allerlei schakeringen mogelijk: lichtbruin, donkerbruin, goudbruin, kastanjebruin, roodbruin, zwartbruin of geappeld bruin. Sommige gelijken in kleur sterk op de vossen, maar onderscheiden zich van deze door hun zwarte manen, staart en poten. In principe worden alle paarden die bruine of rode dekharen, zwarte manen en staart hebben, beschreven als bruin. [N 8, 63b] I-9 |
24122 | blauwe reiger, reiger | reiger: reiger (Lanklaar), Frings; half lang als lang omgespeld rēi̯gər (Lanklaar) | reiger [ZND 41 (1943)] || reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)] III-4-1 |
17691 | blazen | blazen: blōzə (Lanklaar) | blazen [N 10b (1961)] III-1-1 |
28056 | blazer | souffleur: souffleur (Lanklaar [(Eisden)] [Winterslag, Waterschei]) | Een uitstroming van gas uit een nauwe spleet van de koollaag of het nevengesteente. Volgens de invuller uit Q 121c kwam het verschijnsel met name voor in gasrijke mijnen zoals de Maurits, de Emma of de Hendrik. In het Kempens Bekken kent men volgens de zegsman uit L 417 geen blazers. Wel komen er ooit plotselinge uitbarstingen voor. [N 95A, 16; monogr.] II-5 |
17986 | bleek | bleek: bleik (Lanklaar) | bleek [ZND 01 (1922)] III-1-2 |
34110 | bles | bles: blęs (Lanklaar) | Witte streep op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 136b; N 3A, 135b] I-11 |
19344 | blij | blij: blī (Lanklaar), blêj (Lanklaar) | blij [ZND 01 (1922)] III-1-4 |
27659 | blijvend invalide | volle invalide: vǫlǝ envalit (Lanklaar [(Eisden)] [Maurits]) | [N 95, 968] II-5 |
25111 | bliksem, bliksemflits | bliksem: bliksëm (Lanklaar), bliksemschicht: bleksəmsxext (Lanklaar), slinger: slinger sleŋər (Lanklaar) | bliksem [ZND 01 (1922)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4 |