e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L422p plaats=Lanklaar

Overzicht

Gevonden: 4196
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borg borg: bèurg (Lanklaar) borg [ZND 01 (1922)] III-3-1
borrelen (van water) broezen: broesjë (Lanklaar) bobbelen [ZND 01 (1922)] III-4-4
borrelglaasje borrel: boͅrəl (Lanklaar), drupje: drøͅpkə (Lanklaar) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borst borst: bǫrs (Lanklaar) Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9
borstel borstel: bø͂ͅərstəl (Lanklaar) borstel [ZND 01 (1922)] III-2-1
borstelig haar borstelen: b"rstələ (Lanklaar) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borsten tetten: tette (Lanklaar) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)] III-1-1
borstkas borst: borst (Lanklaar), boͅrs (Lanklaar) borst [ZND 01 (1922)] || een borst [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
borstlamp borstlamp: borstlamp (Lanklaar  [(Eisden)]   [Winterslag, Waterschei]) Lamp die op de borst wordt gedragen. Volgens de invuller uit Q 15 was de borstlamp incidenteel bestemd voor de hoofdleiding (ingenieur, inspecteur, chef-ondergronds). De lamp had een systeem waarmee men kon aflichten, d.w.z. controleren op mijngas. Uit de opgave "mijnmeterslamp" van de respondent uit Q 21 blijkt dat de lamp ook door deze beroepsgroep werd gebruikt. [N 95, 261; monogr.] II-5
borstnet borstnet: bǫrsnęt (Lanklaar) Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b] I-10