e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q099p plaats=Meerssen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wittebrood wittebrood: wittebrâôd (Meerssen) wittebrood [SGV (1914)] III-2-3
woensdagx goensdag: goonsdag (Meerssen), goonsdig (Meerssen), gōōnsdig (Meerssen), woensdag: wónsdig (Meerssen) dag; woensdag [N 07 (1961)] || Woensdag [SGV (1914)] III-4-4
wol wol: wol (Meerssen) Dierlijke spinvezel, afkomstig van de huidbedekking van vooral schapen (wol), koeien, geiten, kamelen enz. (haar) (Bonthond, s.v. ø̄wol of haarø̄). Hoewel de naam wol wordt gebruikt voor het haar van verschillende diersoorten, wordt, wanneer men van wol spreekt, meestal de wol van het schaap bedoeld. De waarde hiervan is afhankelijk van verschillende factoren: de fijnheid, de krul, de zacht- en soepelheid, de elasticiteit, de soliditeit, het warmtegevend vermogen enz. (Morand, pag. 58 en 59). [N 62, 75a; N 59, 201; L A1, 226; MW; monogr.] II-7
wolfskers duivelskrallen: WLD (voor oorspronkelijke gegevens, zie vragenlijst L 292)  duvelskralle (Meerssen) Wolfskers (atropa belladonna). Plant uit bosrijke bergstreken, als artsenij-gewas gekweekt en soms verwilderd. De bladeren zijn gaafrandig met 1 tot 3, meestal enigszins overhangende, paarsachtig bruine bloemen in de oksels. De bessen zijn zwart en zeer g [N 92 (1982)] III-4-3
wonder wonder: wônder (Meerssen) wonder [SGV (1914)] III-3-3
wonderdoener wonderdoener: unne woonderdooner (Meerssen) Een wonderdoener. [N 96D (1989)] III-3-3
wonderen doen wonderen doen: woondre doon (Meerssen) Wonderen doen/verrichten. [N 96D (1989)] III-3-3
wonen huizen: hŏĕze (Meerssen), wonen: wone (Meerssen) huizen (ww.) [SGV (1914)] || wonen [SGV (1914)] III-2-1
woord woord: woord (Meerssen) woord [SGV (1914)] III-3-1
wormsteek (subst.) worm: wurrem (Meerssen) wormstekig ve appel (subst.) [DC 23 (1953)] III-2-3