e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

Gevonden: 5182
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
billen batsen: batsǝ (Blerick) Het achterwerk van de koe. [N 3A, 112] I-11
billijk schappelijk: schappelijk (Blerick) redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)] III-3-1
binder binder: beŋǝr/beŋstǝr (Blerick) Degene die achter de maaier of aflegger aankomt en die de door hem gemaakte geleggen tot schoven bindt. Vergelijk ook het lemma ''aflegger'' (4.4.4). Soms is door de zegsman de opgave van de mannelijke vorm aangevuld met de aanduiding van de vaak voorkomende vrouwelijke vorm; waar deze afleiding onregelmatig is, is deze hier ook aangegeven. [N 15, 15c en 26; monogr.] I-4
binnenbeer binnenbeer: benǝbīr (Blerick) Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.] I-12
binnendeur tussen woonhuis en stal staldeur: [stal]dø̄r (Blerick) De deur die vanuit het woonhuis toegang geeft tot de aangrenzende stal(len). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 32b] I-6
binnenplaats binnenplaats: binneplaats (Blerick), plaats: plaats (Blerick) Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)] III-2-1
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen kalotje (<fr.): kalotje (Blerick) mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)] III-1-3
binnensmonds praten murmelaar (zn.): murmelaer (Blerick) binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)] III-3-1
binnenstebuiten krangs: krangs (Blerick, ... ) binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] || krang (t binnenst buiten) [SGV (1914)] III-1-3
binnenzak binnentas: binnetes (Blerick, ... ) binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3