e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wijdbeens lopen met de benen wijd uitereen lopen: de bein wiet oettrein (Blerick), met een schans tussen de benen lopen: met n schans tussen de be͂in laope (Blerick), spaden: spààje (Blerick) lopen: met de benen ver uiteen lopen [kooje, met een wijde kooi loope] [N 10 (1961)] III-1-2
wijde regenmantel zonder mouwen cape (eng.): keep (Blerick, ... ), kēēp (Blerick) regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)] III-1-3
wijden wijden: wieēn (Blerick) wijden [SGV (1914)] III-3-3
wijn wijn: wien (Blerick), wīēn (Blerick) wijn [RND], [SGV (1914)] III-2-3
wijnazijn wijnazijn: wienazien (Blerick) wijnazijn [SGV (1914)] III-2-3
wijnstok, wingerd druivenwingerd: droêve wingert (Blerick), wingerd: wingerd (Blerick, ... ) [SGV (1914)]De klimplant met handvormige bladeren en groenwitte bloempjes de de wijndruif levert (wijnrank, wingerd, wijger, vijger, wijgert, driveger), [N 82 (1981)] || wingerd [SGV (1914)] I-7
wijsvinger wijsvinger: wiesvinger (Blerick, ... ) wijsvinger [N 10 (1961)] III-1-1
wijzerplaat van het torenuurwerk wijzerplaat: wiezerplaat (Blerick) De wijzerplaat van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3
wijzers van het torenuurwerk wijzers: wiezers (Blerick) De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3
wild dekrijp: dɛkrīǝp (Blerick) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de stier. [N 3A, 17] I-11