e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

Gevonden: 5037
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zolder boven de dorsvloer overden: ø̜̄vǝr[den] (Oirsbeek) De zolderruimte boven de dorsvloer, bestemd voor het bergen van graan als er in de tasruimte naast de dorsvloer geen plaats meer was, ook voor stro en hooi (echter niet algemeen). Zie voor het type overschelf(t) Goossens 1959, m.n. 56, 57 en 59. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (den) het lemma "dorsvloer" (3.2.1) en voor (schelf(t)) het lemma "koestalzolder" (3.4.1). Zie ook afbeelding 14.b bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 68a; N 5, 84; JG 1a, 1b, 2a en 2c; A 16, 5b; L 47, 8b; L 48, 11; Lu 2, 11; S 50; monogr.; add. uit: N 4A, 12g en 13d; A 7, 32] I-6
zolderkamer zolderkamertje: zøͅldərkēͅmərkə (Oirsbeek) zolderkamer [N 05A (1964)] III-2-1
zomen zomen: zø̄mǝ (Oirsbeek) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zomerkapmanteltje pelerine (<fr.): pellerien (Oirsbeek, ... ), pelerinetje (<fr.): pellerinke (Oirsbeek) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomerkleren: zoemerkleejer (Oirsbeek), zomerkleijer (Oirsbeek) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse kleren zondagse kleren: zoendigse kleejer (Oirsbeek), zondigse kleijer (Oirsbeek) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse schort witte scholk: witte scholk (Oirsbeek) schort, blauw-wit linnen zondagse schort [N 24 (1964)] III-1-3
zonde zonde: zunj (Oirsbeek) zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: zunj (Oirsbeek) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3
zonder opzet zonder bezei: zonger bezei (Oirsbeek), zonder opzet: zoenger opzet (Oirsbeek) zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)] III-1-4