e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

Gevonden: 5037
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwarte gevederde muts met kinbanden kornet (<fr.): kernèt (Oirsbeek) muts, zwarte gevederde ~ met kinbanden, meestal door oudere vrouwen gedragen {afb} [kernet] [N 25 (1964)] III-1-3
zwarte koe zwarte: šwartǝ (Oirsbeek) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 129] I-11
zwarte koe met geheel witte kop witkop: wetkǫp (Oirsbeek) [N 3A, 130a] I-11
zwarte koe met witte kop en zwarte vlekken om de ogen blaarkop: blārkǫp (Oirsbeek) [N 3A, 130b] I-11
zwarte kraai, kraai kraai: kroa (Oirsbeek, ... ), krâo (Oirsbeek) Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai [SGV (1914)] || kraai, zwarte en bonte ~ (47 als roek [076] zonder kale plek; veren niet zo slordig en met groenige glans; broedt eenzaam in bos; roep [korrr] [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte mees bijmeesje: biemeesjke (Oirsbeek, ... ) zwarte mees || zwarte mees (11 net een kleine koolmees [052], maar zonder gele kleur en zwarte buikstreep, wel met een witte nekplek; alleen in mast- en sparrenbossen; nest vaak in bodemgaatje; roep snel [tjietjai, tjietjai] [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte meisjesmuts met ingewerkte bloemen kapoets: [poetsjmutsj / kappoetsj]  kappoetsj (Oirsbeek), potsmuts: [poetsjmutsj / kappoetsj]  poetsjmutsj (Oirsbeek) meisjesmuts, zwarte ~ met ingewerkte bloemen aan de voorkant en linten op de rug [kornetmuts] [N 25 (1964)] III-1-3
zwarte nachtschade duivelskruid: düvelskroet (Oirsbeek) Zwarte nachtschade (solanum nigrum). Een 10 tot 40 cm grote, kruidachtige plant, niet windend; de stengels zijn iets behaard of kaal; de bladeren zijn iets eivormig, gaafrandig of iets bochtig getand; de bloemen groeien in schermvormige trossen, wit van k [N 92 (1982)] III-4-3
zwarte roodstaart zwartkopje: sjwartköpke (Oirsbeek) zwarte roodstaart (14 rood trilstaartje, man is van voren roetzwart en heeft wittige vleugelvlek; echte gebouwenvogel; broedt daar binnenin; roep driftig [wiet, wiet, tk, tk]; zang hoog vanaf gebouw [bi-bi-kchchchch...bu-bi-bi] [N 09 (1961)] III-4-1
zwarte specht zwarte specht: sjwarte sjpecht (Oirsbeek) specht, zwart ~ (46 grote, zwarte knaap; alleen in grote bossen [N 09 (1961)] III-4-1