e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wonderen doen wonderen doen: wôndere doen (Oirlo) Wonderen doen/verrichten. [N 96D (1989)] III-3-3
wonen huizen: hüze (Oirlo), nest maken: den het enne nest gemakt (Oirlo), wonen: wounen (Oirlo) een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)] || huizen (ww.) [SGV (1914)] || wonen [SGV (1914)] III-2-1, III-4-1
woonkamer, huiskamer huiskamer: huuskamer (Oirlo), woonkamer: woeënkamer (Oirlo) huiskamer || woonkamer III-2-1
woonwagen woonwagen: woënwage (Oirlo) De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)] III-3-2
woord woord: woard (Oirlo), woərt (Oirlo) woord [RND], [SGV (1914)] III-3-1
wormstekig aangestoken: ângestoke (Oirlo, ... ), gewormd: door wormen aangetast  gewörmd (Oirlo), verpierd: verpierd (Oirlo, ... ) Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] || wormstekig I-7, III-2-3
worstelen worstelen: woarsele (Oirlo), worstele (Oirlo) De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)] || worstelen [SGV (1914)] III-3-2
worstenbroodje worstenbroodje: waorstebrödje (Oirlo), Syst. WBD  wōrste-bruëdje (Oirlo) worstebroodje || Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)] III-2-3
wortel wortel: wǭrtǝl (Oirlo) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) boks: t geheel van wortels (boom)  de bôks (Oirlo), poest: t geheel van wortels (boom)  poest (Oirlo), wortel: de wortels (Oirlo), woartel (Oirlo), wortel (Oirlo) Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] || wortel [SGV (1914)] III-4-3