31573 |
wielband |
beslag:
bǝslax (K278p Lommel),
karreep:
karrēǝp (K278p Lommel),
reep:
rēǝp (K278p Lommel)
|
De ijzeren hoepel die door de smid om de houten velg van een kar of wagen wordt gelegd. Zie ook afb. 209a. [N G, 46a; N 17, 67; A 42, 17; JG 1a; JG 1b; L 20, 20c; A 4, 20c; N 33, 8 add.; monogr.; Vld.; div.]
II-11
|
22412 |
wielerwedstrijd |
koers:
koers (K278p Lommel),
< Fr. course.
kurs (K278p Lommel)
|
Koers: Snelheidswedstrijd. || snelheidswedstrijd voor wielrenners op de weg [koers, klassieker] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
24276 |
wielewaal |
gele viva:
gɛləviva (K278p Lommel),
Frings, omgesp.
gɛ̄ləviva (K278p Lommel),
Frings/IPA, omgesp.
gɛ̄ləviva (K278p Lommel),
wielewaal:
wiləwoͅuəl (K278p Lommel),
wiləwoͅu̯əl (K278p Lommel),
Frings, omgesp.
wiləwoͅu̯əl (K278p Lommel)
|
wielewaal || wielewaal (24 schuwe zomervogel in boomkruinen; man prachtig geelzwart, prachtig gevlochten nest; opvallende roep [duu-de-luo] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
26673 |
wielsteunen |
spieën/spijen:
spijǝn (K278p Lommel)
|
De latten, balkjes of ijzers die het spoorwiel van de rosmolen ondersteunen. [N D, 29]
II-3
|
27425 |
wig |
spie/spij:
spi (K278p Lommel)
|
Houten wig die soms achter de touwen wordt gedreven om de verbinding te verstevigen. Zie ook afb. 19. [N 32, 5d; monogr.]
II-9
|
33461 |
wigvormig sluithout |
sluitpin:
sløi̯tpen (K278p Lommel)
|
Een wigvormig stuk hout dat men door een metalen ring op de deurstijl steekt en dat aldus de deur tegen de deurstijl sluit. [N 4A, 46]
I-6
|
18152 |
wijdbeens lopen |
met de benen wijd open lopen:
me əw bejən weid ōpə lōpə (K278p Lommel),
met de benen wijd uiteen lopen:
medə bejən weͅit ətejən gowən (K278p Lommel),
van het spoor zijn:
vant spowər zen (K278p Lommel)
|
lopen: met de benen ver uiteen lopen [kooje, met een wijde kooi loope] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18555 |
wijde regenmantel zonder mouwen |
caban (fr.):
kaba (K278p Lommel),
mantel:
mantel (K278p Lommel)
|
regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20852 |
wijn |
wijn:
wéén (K278p Lommel),
Verklw. w@i¿\\n
weͅin (K278p Lommel)
|
wijn [RND]
III-2-3
|
33524 |
wijnstok, wingerd |
druif:
drøͅyf* (K278p Lommel),
druivenwingerd:
drøͅyveweͅinər* (K278p Lommel)
|
druif || wingerd, wijnstok
I-7
|