e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wonen wonen: wou̯ənən (Lommel) wonen III-2-1
woonkamer, huiskamer zitplak: zetplak (Lommel) zitkamer III-2-1
wormstekig vermaaid: vermojt (Lommel) wormstekig, gezegd ve appel [Lk 01 (1953)] III-2-3
worst worst: Verklw. w‹stk\\n  wōͅst (Lommel) worst III-2-3
worst maken een slag deringeven: nǝ slaxdǝrigɛvǝ (Lommel) De kleinere stukken vlees en vet worden met een vleesmolen, een bijltje of een mes tot kleine stukjes gemaakt, Het vlees wordt eventueel gekruid en dan in de schoongemaakte darm geduwd. Vergelijk ook het lemma ''darmen met worstvlees vullen''. [N 28, 120; monogr.] II-1
worstelen worstelen: wo(r)selen [woͅ:sələn} (Lommel), woāsselen (Lommel), wōͅs(t)ələn (Lommel) de tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen] [N 112 (2006)] || Worstelen. [Willems (1885)] III-3-2
worstenbroodje worstenbrood: Syst. Grootaers Gewoonlijk op verloren maandag  wøͅstəbrō(u̯ə)t (Lommel) Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)] III-2-3
wortel wortel: wǫrtǝl (Lommel) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) wortel: woͅrtəl (Lommel) wortel III-4-3
wortelenvlaai potenvlaai: Syst. Grootaers  poͅu̯təvloͅu̯i̯ (Lommel) Vla met vulling van wortelen [N 16 (1962)] III-2-3