e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zich inbeelden hem inbeelden: ook materiaal znd 27, 39  ’m inbeelden (Lommel), hem voorstellen: ook materiaal znd 27, 39  hem veurstellen (Lommel), zijn eigen inbeelden: ook materiaal znd 27, 39  zijn eigen inbeelden (Lommel), zèn ege ienbeelde (Lommel) inbeelden [ZND 01 (1922)] III-1-4
zich laten inschrijven voor het huwelijk bij de pastoor zijn eigen aangeven: zijn eigen aangeven (Lommel) Zich laten inschrijven voor het huwelijk bij de pastoor, "naar pastoor gaan". [N 96D (1989)] III-3-3
zich moeilijk laten melken kwaad: kǫwǝt (Lommel), zich taai melken: (de koe) mɛlkt zex tē̜i̯ (Lommel) Het slechts met moeite gemolken kunnen worden, gezegd van de koe. Er komen in dit lemma verschillende grammaticale categorieën voor. [N 3A, 71] I-11
zich niet lekker voelen niet goed zijn: hij is nie goed (Lommel), niet juist zijn: hej is niej just (Lommel), niet te goed zijn: hij is nie te gooi (Lommel), zich misselijk voelen: ik voel me misselijk (Lommel) hij is niet al te wel; hij is onpasselijk (de echte dialectwoorden hiervoor) [ZND 32 (1939)] || Zich niet lekker voelen (niet lekker, niet goed, gammel, krank). [N 107 (2001)] III-1-2
zich over de rug wentelen (zich) trullen: trølǝn (Lommel), (zich) wendelen: węndǝlǝn (Lommel) Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69] I-9
zich schamen zijn eigen schamen: sén èègən schààmən (Lommel) zich schamen III-1-4
zich verkleden iet anders aandoen: ijt andərs ändyn (Lommel), iet anders aantrekken: ijt andərs äntreͅ?ən (Lommel), iets anders aantrekken: iets anders aantrekken (Lommel) Zich verkleden [verkleden, omkleden, omtrekken, iets anders aandoen] [N 114 (2002)] III-1-3
zich warm aankleden aanduffelen: ändøfələn (Lommel), goed induffelen: zən ä:gə gu indøfələn (Lommel), warm aandoen: warm aandoen (Lommel) dik en warm aankleden || Zich warm aankleden [(in)duffelen, inpakken, warm aandoen] [N 114 (2002)] III-1-3
zicht pik: pek (Lommel) Korte zeis die met één hand gehanteerd wordt en gebruikt wordt voor het maaien van rogge, tarwe, haver, gerst, enzovoorts. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 over het maaien en afbeelding 5. Op de semasiologische kaart 30 zijn de gebieden met pik in de betekenis "zicht" van kaart 29 en met pik in de betekenis "mathaak" van kaart 33 bijeengezet. [N 18, 70; JG 1a, 1b, 2c; Goossens 1963, krt. 28; A 14, 7; A 23, 16.2; L 45, 7; Gwn 7, 4; div.; monogr.; add. uit N 11, 88; N 14, 131; N 15, 16a; N 18, 71; A 4, 28; A 14, 10; L 20, 28; L 42, 46; L 48, 34; Lu 1, 16.2 ; Lu 2, 34.2; Wi 51] I-4
ziek ziek: ziek (Lommel, ... ) ziek [ZND 39 (1942)] III-1-2