e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q001p plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wistop top: top (Zonhoven  [(meervoud: tøp)]  ) De bovenkant van een wis. [N 40, 29] II-12
wisvoet stomp: stomp (Zonhoven) De onderkant van een wis. [N 40, 28] II-12
wit halsboordje bandje: beͅn’tn (Zonhoven) wit halsboordje (fr. faux-col) [ZND 32 (1939)] III-1-3
wit stervormig vlekje op het voorhoofd ster: stɛ.r (Zonhoven) Witte plek op het voorhoofd van donkerharige paarden, niet groot maar van verschillende vorm als rond, ovaal e.d. Een ster is iets groter dan een kol. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b; N 8, 27a; S 27] I-9
witlof witlof: witloef (Zonhoven) witlof I-7
witte donderdag witte donderdag: witten donderdag (Zonhoven) De donderdag in de week vóór Pasen, Witte Donderdag [jreune dónnesjtiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
witte kaas, wrongel platte kaas: platte kiës (Zonhoven, ... ) kwark || wrongel III-2-3
witte kool kabuiskool: kabuiskool  kebóó.ëskoel (Zonhoven), witte kabuiskool: wetə kəboͅəskyl (Zonhoven), witte kool: wetə kyl (Zonhoven, ... ), witte kuul (Zonhoven) [Goossens 1b (1960)]een witte kabuis(kool) [ZND 36 (1941)] || kabuiskool I-7
witte kwikstaart akkermannetje: akkermenneke (Zonhoven), akərmeͅnəkə (Zonhoven, ... ), ákərmeͅnəkə (Zonhoven), kwikstaart: kweͅkstart (Zonhoven) kwikstaart [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] || kwikstaart (witte) || kwikstaart, motacilla alba III-4-1
witte narcis pinksterbloem: pinksterbloem (Zonhoven), de plant bloeit omstreeks Pinksteren: z. L.J. p. 71  pè.ngsbloo.m (Zonhoven), pè.ngsterbloo.m (Zonhoven) narcis (wilde) || wilde narcis III-4-3