e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vregelstok vregelstek: vrē̜gǝlštęk (Waubach) De stok waarmee de vregelpaal wordt aangedraaid of waarmee het bindtouw als een knevel kan worden aangespannen; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''. Voor enkele opgaven is niet vast te stellen of de lange vregelpaal of de korte vregelstok is bedoeld; ze staan achterin het lemma bijeen. [N 17, 14c; JG 1d, 2c; add. uit N 17, 140; monogr.] I-3
vreugde freude (du.): vruit (Waubach), plezier: plezeer (Waubach) een gevoel van blijdschap in het algemeen [plezier, lol, vreugd] [N 85 (1981)] III-1-4
vriend vriend: vrunk (Waubach), vrøŋ (Waubach) vriend of vriendin in het algemeen [kameraad, gespan, makker] [N 85 (1981)] || vriend(in) [RND] III-3-1
vriendelijk vriendelijk: vrundlig (Waubach) welgezind tegenover andere mensen, vriendelijk [gemeen, braaf] [N 85 (1981)] III-1-4
vriesweer vriesweer: vrees weer (Waubach) vriezend weer, koud en droog [N 22 (1963)] III-4-4
vriezenx bakken: bakke (Waubach), bieberen: biēbere (Waubach), vriezen: vreeze (Waubach), ⁄t vruust (Waubach) vorst, het vriezen [gevreur] [N 22 (1963)] || vriezen || vriezen [bieberen, bikken] [N 22 (1963)] III-4-4
vrijdagavond vrijdagavond: vriedegovvend (Waubach) De vrijdagavond. [N 96C (1989)] III-3-3
vrijdagskost vrijdagskost: vriedigskos (Waubach) Het vleesloze eten, een vleesloze maaltijd op een onthoudings-dag ("vrijdagskost"). [N 96D (1989)] III-3-3
vrijgezel vrijgezel: vri-jgezel (Waubach) vrijgezel; ongehuwde man [patriara, wicht, vrijgezel] [N 86 (1981)] III-2-2
vroedvrouw hebamme (du.): heffam (Waubach) hoe heet de baker of vroedvrouw? [DC 05 (1937)] III-2-2