e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117a plaats=Waubach

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vuursteen zündsteen: tsyntštē (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Emma, Maurits]) De vuursteen uit het ontstekingsmechanisme van de veiligheidslamp. [N 95, 245; monogr.] II-5
vuurtang, sinteltang vuurtang: vy(3)̄rtaŋ (Waubach) vuurtang [N 05A (1964)] III-2-1
waaienx winden: winge (Waubach), ⁄t wingt (Waubach) waaien [N 22 (1963)] III-4-4
waaks waaks: Veldeke  waaks (Waubach) Hoe noemt u goed, ijverig waken, gezegd van een hond (gewarig, waaks, waakzaam) [N 83 (1981)] III-2-1
waarderen waarderen: waardeëre (Waubach) op de juiste of op hoge waarde schatten, op prijs stellen [waarderen, tellen] [N 85 (1981)] III-1-4
waarschuwing maning: manoeng (Waubach) het attent maken op gevaar of nadeel dat men door een bepaalde oorzaak zou kunnen ondervinden [vermaan, waarschuwing] [N 85 (1981)] III-3-1
wacht wacht: wach (Waubach) de taak om de kazerne te bewaken [vigilantie, wacht, faction] [N 90 (1982)] III-3-1
wachthouden bij een dode waken: wake (Waubach) wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)] III-2-2
waden baden: baade (Waubach, ... ) lopen: met blote voeten door plassen lopen [polse, dokkele, baden] [N 10 (1961)] || waden: door het water baden [waoje, baoje, baaje] [N 10 (1961)] III-1-2
wafel wafel: waafel (Waubach) Wafel [N 16 (1962)] III-2-3