| 21847 |
zauwelen |
aanhoudend vragen:
zoͅ.u̯ələ (Q202p Eys),
aarzelen:
cf. WNt XXVII, kol. 999 s.v. "zauwelen - zavelen, zawwelen
zawwələ (Q095p Maastricht),
drenzen:
zawwələ (Q095p Maastricht),
zouwele (L298p Kessel),
fluisteren:
sjaawĕlĕ (Q172p Vroenhoven),
kieskauwen:
saauwələ (L381p Echt/Gebroek),
sawwele (L381p Echt/Gebroek),
zauwələ (L271p Venlo),
zuielen (L298a Kesseleik),
zuijele (Q020p Sittard),
zòwələ (Q098p Schimmert),
kletsen:
h(tm) sawəlt (L416p Opglabbeek),
ə sauwəlt (L423p Stokkem),
WNT: zauwelen, zavelen, zawwelen. 4. (Limb., de Meierij) Beuzelachtige, onbeduidende praat houden; bazelen, kletsen, wauwelen, zaniken, zeuren.
saawelen (Q088p Lanaken),
sauelen (L362p Opitter),
sauwelen (L317p Bocholt, ...
L286p Hamont,
L368p Neeroeteren,
L368p Neeroeteren,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel),
sauwələ (L416p Opglabbeek),
sauwələn (L420p Rotem),
sawwelen (L368p Neeroeteren),
zauwele (L433p Nieuwstadt),
zawele (Q193p Gronsveld),
zawwele (Q095p Maastricht, ...
Q112p Voerendaal),
zouwələ (Q113p Heerlen),
lurken:
zauwele (Q117p Nieuwenhagen),
raaskallen:
zawwele (Q095p Maastricht, ...
Q101p Valkenburg),
zouwele (Q116p Simpelveld),
sabbelen:
sauwele (Q117b Rimburg, ...
Q118p Schaesberg),
sawele (Q099p Meerssen, ...
L424p Meeswijk),
zauwele (L429p Guttecoven, ...
Q121p Kerkrade,
Q030p Schinveld),
zawele (Q019a Neerbeek),
zawwele (L331b Boukoul, ...
L331p Swalmen),
zāwwele (Q095p Maastricht),
figuurlijk betekent het: langdradig spreken
zauwele (Q112a Heerlerheide),
Vgl. subst. sabbelair.
sauwele (L429a Berg-aan-de-Maas),
slenteren:
zaowele (Q187p Sint-Pieter),
sluimeren:
WNT: zauwelen.
zōͅuwələ (K353p Tessenderlo),
stoven:
zuijele (Q101p Valkenburg),
traag praten:
sàwele (L417p As),
zauwelen (L433p Nieuwstadt),
zawwele (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
Q112p Voerendaal),
zawwələ (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
zàw.wələ (Q095p Maastricht),
treuzelen:
zaauwele (Q016p Lutterade),
èr zit tao te zawele (Q088p Lanaken),
veel drinken:
zaw’wele (L270p Tegelen),
zuijelen (L433p Nieuwstadt),
zöjele (L426p Buchten),
verbeuzelen:
ps. boven de à staat nog een lengteteken; deze combinatieletter kan ik niet maken/omspellen!
zàwwələ (Q095p Maastricht),
WNT: zauwelen, zavelen, zawwelen. 4. (Limb., de Meierij) Beuzelachtige, onbeduidende praat houden; bazelen, kletsen, wauwelen, zaniken, zeuren.
zauwele (L320a Ell),
verpieteren:
De kaffee is verzauelt: de koffie is verprutterd
zauele (Q020p Sittard),
zaniken, zeuren:
sauwele (L325p Horn, ...
Q117b Rimburg),
zauwele (L327p Beegden, ...
Q035p Brunssum,
Q095p Maastricht),
zawwele (Q112p Voerendaal),
zouwele (Q202p Eys, ...
Q202p Eys,
Q113p Heerlen,
Q116p Simpelveld),
zàw.wələ (Q095p Maastricht),
zeveren:
WNT, bet. 4) : beuzelachtige, onbeduidende praat houden; bazelen, kletsen, wauwelen, zaniken, zeuren.
zawwele (Q097p Ulestraten)
III-1-1, III-1-2, III-1-4, III-2-3, III-3-1
|
|