e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slaan houwen: būnt ɛm blòw gəhūt (As), slaan: bunt en blaw geslagen (As) bont en blauw geslagen [RND] || ze hebben hem paars en blauw geslagen (de echte dialectische uitdrukking opgeven) [ZND 40 (1942)] III-1-2
slaapkamer slaapkamer: slōͅpkāmər (As) slaapkamer [ZND m] III-2-1
slachten slachten: slaxtǝ (As) Doden van vee met de bedoeling het als voedsel te gebruiken. Wat het woordtype "dooddoen" betreft, merken verschillende informanten (in K 353, P 50, P 177, P 179, P 180, P 185) op, dat het verouderd is. [JG 1a + 1b + 2c: R 14, 231 add.; S 33; monogr.] II-1
slag klats: klats (As), klets: klets (As), (klats)  klets (As), lap: lap (As), mep: (móp)  mep (As), slag: slaag (As, ... ), veeg: vi-jg  véég (As) Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)] || slag, klap, stoot [ZND 06 (1924)] || Slag, klap: een slaande beweging met het doel om te treffen (gleer, smijt, klets, wiks, batter, bats, veeg, ketter, maai). [N 84 (1981)] III-1-2
slagpennen (34) slagpen (mv.): slaagpen (As) slagpennen III-3-2
slagroom slagroom: slaagruim (As) slagroom III-2-3
slak slak: slek (As, ... ) slak [Willems (1885)] || slak, alg. [ZND 06 (1924)] III-4-2
slakkenhuis slakkenhuis: slekkenhoes (As) slakkenhuis [ZND 01 (1922)] III-4-2
slang serpent: WBD/WLD alleen figuurl.  serpent (As), slang: slang (As), WBD/WLD  slàng (As) Hoe noemt u het dier met een langgerekt, rolrond, door schubben bedekt lichaam zonder ledematen; het beweegt zich voort door zijn lichaam te krommen (slang, serpent) [N 83 (1981)] || slang [Willems (1885)] III-4-2
slank mager: mager (As), schraal: sjraol (As), smal: smaal (As) Slank, tenger: rank, smal gebouwd (slank, raal, reel, rank, riede). [N 84 (1981)] III-1-1