24438 |
adder |
adder:
WBD/WLD
adder (L417p As)
|
Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)]
III-4-2
|
17781 |
adem |
adem:
oajem (L417p As)
|
adem [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
17685 |
ademen |
ademen:
oajeme(n) (L417p As)
|
ademen [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
17682 |
ader |
ader:
oajer (L417p As)
|
ader [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
27573 |
administratief personeel |
marqueurs:
markø̄rs (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Domaniale])
|
De beambten hadden op de mijn vergeleken met de arbeiders op tal van punten een bevoorrechte positie. Zij kregen tijdens ziekte geen controle van de door de kompels gehate ziekencontroleur (Dieteren 1984 pag. 67). Verder waren zij op de mijn "penningvrij", kregen meer en betere deputaatkolen en gratis mijnkleding. Op hun beurt waren de ondergrondse beambten weer bevoorrecht ten opzichte van de bovengrondse beambten. Hun salarissen lagen duidelijk hoger (Dieteren 1984 pag. 67). In het lemma komen algemene benamingen voor maar ook benamingen die meer schertsend of spottend zijn. [N 95, 979]
II-5
|
30714 |
afbijten |
afbijten:
āf˱bejtǝ (L417p As)
|
Oude verflagen met behulp van een afbijtmiddel verwijderen. Zie ook het lemma ɛafbijtenɛ in wld II.9, pag. 209.' [N 56, 55]
II-12
|
27880 |
afbikken |
afdrijven:
āfdrejvǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Maurits])
|
Loshangende stenen verwijderen die na het bewerken van het gesteente aan de zijwand of het dak van de mijngang zijn blijven zitten. [N 95, 450; N 95, 298; monogr.; Vwo 24; Vwo 40; Vwo 55]
II-5
|
19803 |
afdak |
afdak:
āf˂dāk (L417p As, ...
L417p As,
L417p As),
Good geti-jg moot ònder ein aafdèèkske hange: zei de man met de omvangrijke buik
aafdak (L417p As),
schop:
šoͅp (L417p As, ...
L417p As,
L417p As,
L417p As,
L417p As,
L417p As)
|
afdak [ZND 01 (1922)], [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|
27312 |
afdalen |
afgaan:
āfgūn (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Eisden]),
onderaf gaan:
onǝrāf gūn (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik])
|
Zich per lift naar het ondergrondse gedeelte van de mijn begeven. [N 95, 82; monogr.; Vwo 33; Vwo 41]
II-5
|
27728 |
afdeling |
divisie:
divizi (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Het ondergronds gebied van een steenkolenmijn is ingedeeld in afdelingen. Aan het hoofd van zo''n afdeling staat een afdelingsingenieur. Deze afdelingsingenieur voert het bevel over verscheidene andere ingenieurs en geeft zijn bevelen aan het werkvolk langs zijn afdelingsopzichter om (Vanwonterghem pag. 43). [N 95, 908; Vwo 36; Vwo 285; monogr.]
II-5
|