e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beegden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld kwaad geld: kwaodgeldj (Beegden) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor laten: Note: volgens mij heeft invuller hier geen volledig antwoord gegeven?!  de geit laote ... (Beegden) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
weduwe weef: weef (Beegden), widvrouw: widvrouw (Beegden, ... ) weduwe [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar widman: widman (Beegden, ... ), widmanne (Beegden) weduwnaar [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
weefsel, stof stof: sjtof (Beegden) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
weelde weelde: Opm. d´t duit er oet wêljmoot (broodkorsten).  wêldje (Beegden) weelde [SGV (1914)] III-3-1
weer naar het jaargetijde kranenzomer: Nb. dit alleen bekend.  eine kraone zomer (Beegden) weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
weerborstel weerborstel: wèrbustel (Beegden) valse kruin, zomaar ergens in het hoofdhaar [wersboorsel, wirborstel] [N 10 (1961)] III-1-1
weerlichtx weerlicht: wéérleechtj (Beegden), wêrleegtj (Beegden) bliksem [SGV (1914)] || bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] III-4-4
weersgesteldheid weer: wêr (Beegden, ... ) weer [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4