e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beegden

Overzicht

Gevonden: 2005
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zacht winterweer kwakkelweer: kwakkel wèr (Beegden) zacht winterweer [open, wak] [N 22 (1963)] III-4-4
zakdoek tassenplag: tĕsseplak (Beegden) neusdoek [SGV (1914)] III-1-3
zalig zalig: zalig (Beegden) zalig [SGV (1914)] III-3-3
zand, zandgrond zand: zanjtj (Beegden), zavel: zāvǝl (Beegden) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8
zanglijster, lijster lijster: hê zingtj wie eine -  liester (Beegden), merling: hê zingtj wie eine -  mêrling (Beegden) lijster [SGV (1914)] III-4-1
zaniken, zeuren zaniken: sanake (Beegden), zanike (Beegden, ... ), zauwelen: zauwele (Beegden) zaniken [SGV (1914)] || zeuren [SGV (1914)] III-3-1
zeef zeef: zeef (Beegden) zeef [SGV (1914)] III-2-1
zeemlap zeemslap: zêmslap (Beegden), zemelap: zēəməlap (Beegden) zeem (leder) [SGV (1914)] || zeemleren voorwerp waarmee de ruiten worden afgedroogd [DC 15 (1947)] III-2-1
zeepsop sop: sop (Beegden), zeepluter: zeiplêûter (Beegden) sop [SGV (1914)] || zeepsop [SGV (1914)] III-2-1
zeer warm weer hitst: hètst (Beegden) hitte [SGV (1914)] III-4-4